30 OKTOBER 1995 761
dat u vindt dat de politieke condities waaronder dit gebeurt op dit moment van dien aard zijn dat
we beter niet kunnen beginnen. U geeft ook een financieel knelpunt aan. Mij is op dit moment
niet duidelijk of uw fractie werkelijk gaat deelnemen aan deze takendiscussie. Toen wij spraken
over de takendiscussie wilden wij, dat kunnen we rustig hier zeggen, ook gelet op het draagvlak
van de coalitie in de raad, een zo breed mogelijke discussie daarover hebben. Dat vinden we nuttig,
dat is een democratische onderbouwing. Niet dat dit moet leiden tot een algemene politieke
consensus. Dat zou het depolitiseren van de discussie zijn. Dat verwacht ik er in feite ook niet
van. Maar wel zoveel mogelijk mensen deel laten nemen aan een gesprek over de kerntaken van
de gemeente. Dat was de intentie. U kunt daar uw mening ventileren, u kunt dat op democratische
wijze beïnvloeden. Dat was de bedoeling van het verhaal. En uw bijdrage is mij niet duidelijk.
U somt een groter wordend aantal nadelen op om op dit moment met die discussie te starten. U
geeft niet aan wat uitstel zou betekenen. Wij zijn ervan overtuigd dat die discussie op dit moment
moet worden gevoerd, gegeven een aantal beleidsintensiveringen dat ongetwijfeld op een aantal
terreinen zal moeten plaatsvinden. De intentie van de kerntakendiscussie is om te kijken waar je
jeop kunt richten, waar je kunt intensiveren en waar je eventueel zou moeten afzwakken of afstoten.
Dat zijn allemaal zaken die eruit kunnen komen. Ik zeg niet dat ze eruit moeten komen, maar ik
verwacht wel dat in ddt soort gesprekken ddt soort intenties zal worden gegeven. En mij is niet
duidelijk wat de bijdrage van GroenLinks daarbij zal zijn. De intentie die de heer Boer uitspreekt
dat een kerntakendiscussie gevoerd móét worden is terecht. De discussie moet op dit moment
worden gevoerd. Dat de organisatie u wat slordig voorkomt zou u tijdens de bespreking van die
kerntaken naar voren kunnen brengen. Het gaat ons voornamelijk om een inhoudelijke inbreng.
De heer BOER
Heeft u kennis van de grote en dikke voorbereidende boekwerken die in andere steden zijn gemaakt?
De VOORZITTER
Ik heb die niet, dat moet ik eerlijk zeggen. Als ik vijf kilo op mijn bureau heb liggen, dan smijt
ik die meteen weg. En ik ben ook niet van plan die vijf kilo van u over te nemen.
TWEEDE TERMIJN
De heer SCHRODER
In de discussie die we tijdens de voorbereiding hebben gevoerd hebben we keer op keer moeten
vaststellen dat de uitgangspunten voor het voeren van een takendiscussie zeer divers zijn.
Procedureel zijn we er de laatste keer redelijk uitgekomen, omdat er een soort procedure zou kunnen
zijn waarin de inbreng van de verschillende fracties is gewaarborgd. Maar iedere fractie heeft een
eigen interpretatie van wat de essentie is van die discussie. Dat geldt met name voor het
besluitvormingstrajecten wanneer die besluitvorming zou moeten plaatsvinden. Sommigen willen
dat snel en anderen willen dat langzamer. Sommigen kijken naar de begroting van 1997 en anderen
zijn daar absoluut wars van. Wat moet het opleveren? Is het een grondslagendiscussie? Is het een
financiële discussie? Moet die extra 3 miljoen structureel nog gevonden worden of is dat juist
niet de opzet? De uitgangspunten zijn dermate divers dat een volstrekt vrijblijvend discussiëren
in dit verband uitsluitend zou kunnen opleveren dat de coalitie in de begroting 1997 met een
concrete invulling komt, terwijl er in de raad dan toch gaandeweg wat meerderheden kunnen zijn
ontstaan. Als een fundamentele bezinning op taken niet de inzet van de discussie is, dan gaat öf
het college ermee lopen öf andere partijen gaan met resultaten lopen, zonder dat de raad in
besluitvormende zin bepaalt wat het uiteindelijke resultaat van die discussie is. Met die onduide
lijkheid kan mijn fractie niet uit de voeten en ons standpunt is dan ook dat we wel de takendiscussie
zullen volgen, maar geen bijdrage daaraan zullen geven.