30 OKTOBER 1995 772
kun je als gemeente wèl doen? Mevrouw Boidin geeft al aan dat er omzichtig moet worden
gehandeld, waarbij wèl moet worden geprobeerd de noodzaak over te brengen van het feit dat
het misschien voor alle participanten handiger is om aan herschikking te gaan doen. Wat dat betreft
denk ik dat de noodkreet, die de nutsscholen hier al hebben aangegeven, een ondersteuning kan
zijn om die noodzaak aan ieder in het overleg aan te geven. Op welke wijze we daarmee met de
commissie moeten omgaan zullen we in ieder geval in het college bespreken. Ik ben overigens
van mening dat de verantwoordelijkheid bij de schoolbesturen zelf ligt. Wij hebben een
terughoudende taak, maar wij kunnen wel signalen afgeven dat het op deze manier erg moeilijk
gaat. Het betekent natuurlijk ook datje daarbij de verantwoordelijkheden moet betrekken van een
bestuurscommissie openbaar onderwijs. Kortom, je moet heel goed oppassen in welk veld je je
begeeft en ik denk dat de verantwoordelijkheden, in ieder geval voor het college, op dit moment
redelijk helder zijn. Wat betreft de verdere ontwikkeling van deze scholen moeten we dus dat
overleg afwachten. We moeten trachten gezamenlijk te komen tot een herschikking van lokalen.
We moeten kijken wat een nieuwe woonwijk van wellicht 1.500 woningen betekent voor de
ontwikkeling van de scholen. Ik ben het met mevrouw Boidin eens dat het jammer is dat de
schoolwoningen op dit moment nog geen oplossing kunnen bieden. Er is regelmatig overleg met
de omwonenden en de bezwaarmakers, maar de problematiek is voornamelijk gelegen in het feit
datje een bestaande woonbuurt hebt met een bestaande infrastructuur. Je krijgt dan verschillende
verschuivingsdiscussies over waar wel en waar geen overlast zal komen. Met de omwonenden
is al gepraat over het mogelijk verleggen van de ingang van het terrein, maar dan kom je bij het
probleem van sociale veiligheid. Kortom, er is wel expliciet gekeken of we daar iets kunnen doen,
waardoor het aantrekkende verkeer niet in de woonomgeving terecht zou komen. Maar dat is een
vreselijk moeilijk probleem, gelet op de eenzijdigheid van de ontsluiting daar. Misschien dat we
daarover op een afzonderlijk moment nog eens kunnen praten. Dan wil ik nog reageren in de
richting van de heer Kruithof. Wij zijn met deze zaak geconfronteerd. Gelet op de vooruit
berekeningen die we hebben gemaakt en waarmee je, zeker in zo'n langdurig traject, rekening
moet houden, is het zeker geen verdoezeling van het adequate beleid betreffende positionering
en plaatsing van lokalen. Vaak is dit een zeer langdurige planning en terwijl de wijk zich vervolgens
opbouwt, zie je ineens andere schoolwensen ontstaan. Daarmee word je geconfronteerd en dat
is geen kwestie van onvoldoende lokalen ter beschikking hebben, maar van onvoldoende lokalen
bij de juiste voorziening beschikbaar hebben. Dat is een effect, wat de ouders uiteindelijk zelf
gelukkig nog bepalen. Maatwerk leveren wordt dus heel moeilijk, omdat je nooit weet hoe dat
exact gaat gebeuren. Ook de discussie over het vermijden van risico's zullen we zeker moeten
voeren, zodra de decentralisatie aan de orde is. Ik kan mij van de wethouder, die meestal ter
linkerzijde van mij zit, toch wel enigszins voorstellen dat hij zegt dat risicovermijdend gedrag
in dit huis geen doodzonde is. We zullen wel moeten kijken wat het een en ander betekent in het
kader van onze financiële verhoudingen.
TWEEDE TERMIJN
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Ik heb twee zaken aangegeven als zijnde heel belangrijk. Daarop is de heer De Bruijn ook ingegaan,
namelijk in het besturenoverleg heel duidelijk maken dat er een noodzaak is van schuiven. Ik heb
daaraan nog een zinnetje vastgekoppeld, namelijk het vorderen van leegstand. In hoeverre kunt
u daar nog op ingaan? Ook heb ik aangegeven dat de schoolwoningen niet voor augustus 1996
gereed zouden zijn. U geeft aan dat er ten aanzien van de verkeerssituatie met de buurt wordt
gesproken. De buurt heeft natuurlijk zelf ook nog wat mogelijkheden om die zaak te vertragen.
Ik wil er nogmaals op aandringen dat u er alles aan doet dat de kwestie in augustus 1996 is geregeld.
Waarom dring ik daar zo op aan? Er is niets zo vervelend, en ik denk dat u dat zelf uit het verleden
ook wel weet, als wanneer je met een klas in november of december een andere ruimte moet gaan