23 NOVEMBER 1995
778
De VOORZITTER
Mijnheer Verpaalen, wilt u een korte toelichting op dit ordevoorstel geven, zodat de anderen
daarover ook een oordeel kunnen vellen?
De heer VERPAALEN
Jawel, mijnheer de voorzitter. In de vergadering van donderdag 11 november 1994, welke
vergadering was gewijd aan de ontwikkelingen rond het Chassé Theater, zegt wethouder Van Os
op bladzijde 708 van de notulen: "Vorige week kreeg het college signalen dat de post onvoorzien
onder spanning stond". Dat is een letterlijk citaat, en even verderop zegt hij: "Ook toen waren
er geen signalen dat er rond de bouwtijd problemen waren". Echter, als wij het rapport van
Bakkenist lezen op bladzijde 56, dan blijkt daaruit dat op vrijdag 28 oktober, derhalve meer dan
anderhalve week daarvoor, het college van burgemeester en wethouders formeel op de hoogte
is gesteld van het feit dat de planning niet meer haalbaar was en dat de verantwoordelijke wethou
ders diezelfde dag een notitie ontvingen betreffende de stand van zaken rond de post onvoorzien.
De VOORZITTER
Oké, hetonderwerp is duidelijk. Wie daarover? Ik ga terug naar het ordevoorstel. Niet inhoudelijk,
graag.
De heer TAKS
Het lijkt mij dat het onderwerp dat de heer Verpaalen aan de orde wil stellen een interpellatie zou
rechtvaardigen. Als hij dat zou voorstellen, zou hij, denk ik, procedureel juist handelen, maar
het is geen onderwerp voor een ordevoorstel, naar mijn gevoel.
De heer DE LEEUW
We komen nog uitgebreid te praten over het hele onderwerp, dus ik denk dat het eerder déér past
dan.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Ik sluit mij aan bij de twee vorige sprekers, de heer De Leeuw en de heer Taks.
Mevrouw HEERKENS
Het lijkt mij verstandig om gewoon naar aanleiding van het rapport dat verschenen is op een
fatsoenlijke manier daarover te discussiëren.
De heer SCHRODER
Wat ons betreft moet het rapport in zijn totaliteit worden bezien. Om op dit moment aan de hand
van twee fragmenten uit het rapport en een verwijzing naar een toevallige raadsvergadering te
gaan discussiëren, lijkt ons nog niet aan de orde. Overigens wil ik wel aandringen op een snelle
behandeling van het rapport-Bakkenist. Ik denk dat daar alle aanleiding toe is.
De VOORZITTER
Heeft de heer Heeren nog een opmerking daarover? Geen opmerkingen daarover. Dan constateer
ik dat het ordevoorstel niet is aanvaard.
I. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN
DE GEMEENTE BREDA OP 21 EN 25 SEPTEMBER 1995.
Akkoord.