23 NOVEMBER 1995 790 typologie zet je daarin; dat is een afweging geweest hoe daarmee om te gaan. Vervolgens: hoe kun je de verschillende functies met elkaar verenigen? Dat is ook nog een punt. In de commissie hebben wij al vaak aangegeven op welke woningbouwlocaties we ongeveer nog in de toekomst zullen gaan bouwen en dat we altijd de discussie zullen krijgen: bebouwing en groen. Het is niet anders. Maar de beperkte hoeveelheid woningbouwlocaties in bestaand stedelijk gebied, die overigens ook een beroep doen op het beperkte groen in de wijk, zullen altijd aan de randen van de stad zitten en dus een aanslag plegen op het groen. Dat is op een gegeven moment de afweging die je zult moeten maken tussen groen en woningbouw en als je voor woningbouw kiest hoe kun je dan, met zoveel mogelijk respect voor het groen, het een en ander realiseren? Ik denk dat dat voortdurend de afweging is die we zeker in de komende jaren maar ook hierbij al moeten maken. Het college heeft gemeend gelet op de wens voor woningbouwlocaties, ook voor deze sectoren, hier een afronding te kunnen maken van het bouwplan Montensbos, om het zo maar eens te zeggen, waarbij nadrukkelijk een rand is gekozen, zodanig dat het inlopen in het groene gebied van woningbouw tot de onmogelijkheden behoort. Dit is een rand die zodanig is vormgegeven dat het ook echt de eindrand is. Dat betekent dat de rest van het gebied wat dat betreft gevrijwaard kan blijven van woningbouw en het is ook nadrukkelijk in het bestemmingsplan zo opgenomen. Er is weliswaar niet opgenomen hoe een en ander moet worden ingericht. Die discussie hebben we ook gevoerd, maar er is met name aangegeven dat ruimtelijk gezien de groene invulling die noodzakelijk is voor het hele stroomgebied van de Aa of Weerijs, zoals die hier loopt, daar kan worden ingevuld binnen het bestemmingsplan zoals dat hier ligt. Dat is de afweging en op die manier hebben wij aan de ene kant de groene long die daar ontstaat langs de Aa of Weerijs en het stroomdal van de Aa of Weerijs goed vastgelegd en aan de andere kant kunnen we tegemoet komen aan de behoefte aan dit soort woningbouw. Daarom ook dit bestemmingsplan, omdat we woningbouw willen realiseren. En doordat we op een gegeven moment toch die woningbouw willen realiseren, hebben we ook gemeend gelijk de rest van die voorzieningen goed vast te leggen en ook die groenwaarden hierin op te nemen. Ik ben het met mevrouw Van Beusekom eens dat met name de waterhuishouding heel nadrukkelijk aanwezig is. Het is op dit moment een vrij nat gebied. Er is bij de afwatering getracht rekening te houden met kanalen, maar dat klinkt gelijk zo breed, met sloten, om het zo maar eens te zeggen. Daar is getracht om op die manier het grondwater goed te kunnen reguleren. Maar het is een heel essentieel onderdeel van het plan om daarnaar bij de uitvoering goed te kijken. Dat ben ik volledig met haar eens. Wat betreft de ontsluiting, daarover heeft mevrouw Croft ook iets gezegd: de inrichting van dit bouwplan, en dan gaat het over de openbare ruimte, zal met name plaatsvinden in de vorm van een 30 km-gebied, zodanig dat daar niet snel doorheen gereden kan worden. Wat betreft de weg die langs de bestaande woonwa genlocatie loopt: u ziet op de tekening dat daar een ruimte tussen is gelaten die met groen zal worden ingevuld, zodanig dat de auto's niet ongeveer door die woonwagens heen rijden, maar dat er een duidelijke buffer daartussen is opgenomen. Wat betreft de problematiek met de sportvereniging, dat heb ik al eerder aangegeven: als de Raad van State op een gegeven moment een uitspraak doet conform het advies van de adviseur, dan zullen we in Breda, denk ik, met alle sportverenigingen rond de tafel moeten gaan zitten om daarvoor een oplossing te vinden, want dan komen ongeveer alle sportverenigingen aan bod die wij in het stedelijk gebied hebben. En dan zullen we gezamenlijk met de sportverenigingen en de gemeente moeten kijken hoe we daar een plan de campagne op kunnen leggen. Ik ben het er volstrekt mee eens dat we verder moeten praten met de vereniging om te bekijken wat het een en ander betekent en hoe je dat kunt oplossen. Kun je dat met groen, of wat dan ook, doen, of moetje dat op een andere manier doen? Uiteraard bij de verdere ontwikkeling, want we praten hier slechts over het bestemmingsplan, zullen we dat gesprek natuurlijk moeten voeren. Daarover ben ik het volledig met u eens. Planschade. Ja, het staat eenieder vrij, in de richting van mevrouw Croft, om te constateren of men schade heeft en zo j a, welke schade men heeft en het dan voor te leggen via de gemeenteraad aan de planschade- commissie. Dat is helder. Maar we willen het zover niet laten komen, vandaar dat het overleg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 790