23 NOVEMBER 1995 792 De VOORZITTER Wij zijn aan het einde van de beraadslagingen. Ik stel vast dat Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Voorzitter, ik wil graag een stemverklaring afleggen. Wij zullen tegen dit bestemmingsplan stemmen. Wij zien er weinig heil in om op deze manier hier met bestemmingsplannen om te gaan. Integraal was beter geweest, dat is niet aan de orde geweest. Ik denk dat het college met weinig argumentatie is gekomen hoe het daarmee verder wil omgaan en wij kunnen het niet goedkeuren. Akkoord, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks, de Parel van het Zuiden en de CD geacht wensen te worden te hebben tegengestemd. 240. VASTSTELLEN BESTEMMINGSPLAN BINNENSTAD. De heer SINKE Met dit bestemmingsplan hebben wij in feite de binnenstad nu compleet omdat het Chasséterrein daarbij wordt inbegrepen. De CD A-fractie wil de complimenten uitbrengen voor de wijze waarop een zo ingewikkeld gebied als de binnenstad nu in kaart is gebracht en ook de ontwikkelingslijnen naar de toekomst zijn uitgezet. In ieder geval geeft het plan op een hele hoop terreinen waar misschien al jarenlang vraagtekens bestonden nu duidelijkheid. In de commissievergadering is, ik ben er zelf niet geweest maar de collega's hebben dit gemeld, zeer uitgebreid op een aantal detailvragen ingegaan. Die zal ik nu niet herhalen, maar een paar aandachtspunten wil ik er toch wel uitlichten. Op de eerste plaats wil ik toch nog even verwijzen naar het mogelijk nieuwe convenant dat met Defensie gaat worden gesloten. Ik heb begrepen dat daarover is gesproken. Het is onze fractie niet helemaal duidelijk wat daarbij de insteek van de gemeente zal zijn. Er is een aantal locaties bij betrokken, onder meer het wel of niet uitbreiden van het Bernhardpaviljoen is aan de orde en de vraag is dan: als dat zo is, tot waar loopt die uitbreiding dan, want je zit daar tegen het park aan. Ook in het Valkenberg ligt nog een stuk grond waar wij geen bebouwing willen. En dat willen we ook blokkeren, ik denk op zich terecht, maar dat zal consequenties hebben voor het KMA-terrein, de bebouwing op het KMA-terrein zelf, en de vraag is hoever wij daarmee gaan omdat ook het KMA-terrein naar ons idee waardevol is en eigenlijk redelijk in die staat zou moeten worden gehouden. Het tweede punt betreft het aantal horecabedrijven op de Haagdijk. In het be stemmingsplan wordt gesproken over 17 en het college spreekt daarbij de verwachting uit dat door een soort natuurlijke sanering, zo zal ik het maar noemen, het aantal wel zal teruglopen. Wij zijn er toch wat minder van overtuigd dat dat zo gaat, omdat eenmaal aangewezen als locatie het ongetwijfeld mogelijk zal zijn om daar als horeca weer terug te komen. Er vanuit gaande dat 17 horecabedrijven daar toch wat veel van het goede is zou ik u toch willen vragen om te kijken of we niet wat nadrukkelijk in het bestemmingsplan een beperking van het aantal zouden kunnen opnemen. Met betrekking tot een, althans voor mij, wat nieuw gegeven: de ondergrondse fietsen stalling op het Kasteelplein: is al bekend of die te realiseren zal zijn in verband met de mogelijke kosten? Dus eigenlijk de vraag: hoeveel gaat het kosten? Heeft u daar een idee van? Een laatste opmerking die ik hier wil maken is: wij willen toch nog eens wijzen op de grote gevoeligheid die de bebouwingshoogte heeft op de hoek van de Catharinastraat en de Kennedylaan. De heer MARÉE De heer Sinke zei het in zijn eigen woorden, maar hier is een bijzondere klus geklaard. Daarover zijn we het eens. En op een wijze waarover betrokken partijen vrijwel unaniem hun tevredenheid hebben betuigd. Wehebben al gezegd dat niet op allepunten overeenstemming kan worden bereikt, dat is niet meer dan logisch. De manier waarop is ingespeeld op ingebrachte visies en zienswijzen verdient waardering. Een bestemmingsplan biedt ons een kader waarbinnen het beleid zoals dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 792