23 NOVEMBER 1995 799 De heer HEEREN De vorige spreekster heeft het al aangetipt: wat het bestemmingsplan binnenstad betreft heeft de CD-fractie vooral moeite met het verplicht stellen van de woonfunctie op de bovenverdiepingen van de horecapanden. De CD-fractie vindt dat dit een aanslag is op de vrijheid van handelen. Geef de mensen de vrijheid en de ruimte om de bovenverdiepingen te gebruiken zoals zij het zelf willen hetzij als kantoor-hetzij als opslagruimte. Waaromzou het college hen daarin niet tegemoetkomen? Wethouder DE BRUIJN Allereerst, mede namens iedereen die er hard aan heeft gewerkt, bedankt voor de complimenten voor dit plan zoals het er ligt. Dit geldt niet alleen voor de mensen die er intern hard aan hebben gewerkt maar name ook voor de mensen die zich uitgebreid hebben beziggehouden in het hele voorbereidingstraject, ondernemers en bewoners die zich nadrukkelijk hebben laten voorlichten en nadrukkelijk hebben meegepraat over hoe we dit bestemmingsplan in elkaar moesten gieten, want diversen van u hebben het ook gezegd: het is een vreselijk ingewikkeld verhaal. Aan de ene kant wil je beschermen wat waardevol is, je wilt naar de toekomst de mogelijkheden openlaten om de gewenste stedebouwkundige ontwikkelingen en bestemmingsontwikkelingen erin op te nemen en aan de andere kant moet je oppassen dat je daarmee niet te veel ruimte geeft, waardoor datgene watje wilt juist onderuit wordt gehaald. Kortom, flexibiliteit in gebondenheid. Een heel ingewikkeld verhaal, en het zal, dat ben ik met zowel mevrouw Croft als mevrouw Van Beusekom eens, niet zozeer een soort trial and error-periode worden de komende tijd, want dat zou te veel onrecht doen aan de flexibiliteit die er al in zit en aan de lijnen die hierin worden vastgelegd. Ik kan me heel goed voorstellen dat er zich situaties voordoen waarvan we denken: dat had inderdaad beter gekund en wat er nu voorligt is beter dan wat we zelf hadden bedacht. Op dat moment, daarover ben ik het met eenieder eens, moeten we ook niet schromen om het betere in de plaats te laten komen van het goede, om het zo maar eens te zeggen. Wat wel helder zal moeten zijn: de lijnen zoals we die hier hebben neergelegd, de stedebouwkundige lijnen, maar ook de architectonische randvoorwaarden, denk aan goothoogtes, gevelwanden, met name in relatie tot het beschermd stadsgezicht, zijn natuurlijk wel de uitgangspunten. Ik denk dat die belangrijke hoofdstructuren buiten kijf staan. Ik denk dat dat haast niet anders kan. Dat betekent niet dat daarvan incidenteel niet kan worden afgeweken, als dat ook een meerwaarde betekent, maar het mag niet een vrijbrief worden voor datgene wat goed isDat is als incident misschien goed, maar komt het in de structuren niet te pas, dan moeten we toch de structuren, denk ik, ook heel nadrukkelijk de overhand laten hebben, want dat is een van de belangrijkste kenmerken van de Bredase binnenstad, die structuren die erin zitten, los even van op sommige plaatsen de gevelwanden. Want daarover kunnen we met zijn allen ook, denk ik, uitgebreid discussiëren, de waarde en de niet-waarde daarvan. Maar ik denk dat het heel erg belangrijk is om die afweging goed te maken, hoe ga je daarmee om in de flexibiliteit van het plan zelf, maar ook eventueel in de beperkte aanpassing. De hoofdlijnen zoals die er liggen zijn goede uitgangspunten om daarmee te werken. Als je dan kijkt wat dat naar de toekomst betekent, wordt alles nu zo gerealiseerd wat hierin staat? Het is de bekende discussie over bestemmingsplan en uitvoeringsplan. Een bestemmingsplan geeft alleen de mogelijkheden maar aan. Diversen van u hebben vervolgens een invulling daaraan gegeven, welke mogelijkheden dat zouden kunnen zijn. Al die mogelijkheden zitten daar inderdaad in. Of ze worden gerealiseerd, en daarover ben ik het eens met de heer Van de Steenoven en met anderen, hangt af van de financiële middelen die we hebben en die we bereid zijn beschikbaar te stellen voor de verdere ontwikkeling van het geheelBetekent dat, als de financiële middelen er niet zijn, dat we bepaalde zaken maar op hun beloop laten? Neen, ik denk dat dat niet aan de orde zal zijn. Daar waar ingrepen nodig zijn, daar zul je het op een gegeven moment ook moeten doen maar wel met inachtneming van de mogelijkheden die het bestemmingsplan openlaat. Om maar een voorbeeldje te noemen: stel je voor, D66 wil die haven nu eens een keer open hebben, er ligt gewoon geen geld voor, dan kun je toch gaan denken aan de herinrichting van het gebied daar zonder daarbij eventueel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 799