23 NOVEMBER 1995
805
De VOORZITTER
Ik geef als eerste nog even het woord aan de heer De Bruijn teneinde het standpunt van het college
met betrekking tot de ingediende motie te geven.
Wethouder DE BRUIJN
Zonder verwachtingen te willen wekken: als wij de gewijzigde motie mogen verstaan als een
verzoek van de raad om in alle besprekingen die we de komende tijd gaan krijgen, hetzij in het
kader van convenantbesprekingen hetzij in mogelijke andere soorten overleg die we hebben met
Defensie, deze mening en deze stellingname nadrukkelijk aan de orde te stellen, als dat de vertaling
mag zijn van dat bevorderen, dan heeft het college geen problemen met deze motie.
TWEEDE TERMUN
De heer SINKE
Er is natuurlijk een aardige veronderstelling ingebouwd, ik hoor straks wel hoe dat dan afloopt,
dus ik reageer er daarna wel op. Eén opmerking nog. Die heeft betrekking op het mogelijk nieuwe
convenant met Defensie. Ik begreep inderdaad wel dat in het bestemmingsplan alleen maar de
stedebouwkundige randvoorwaarden worden genoemd, maar mijn vraag ging iets verder en die
had met name betrekking op de insteek die de gemeente zou kiezen als er een nieuw convenant
aan de orde is. Dus met name de invalshoek die de gemeente zou kiezen om bij die onderhandelin
gen verder te gaan, dat was de vraagstelling en niet zozeer: wat staat er in het bestemmingsplan
zelf? Dus kiest de gemeente inderdaad voor het beperken van het Bernhardpaviljoen tot de huidige
grenzen, kiest de gemeente voor weliswaar misschien een kleine uitbreiding op het KMA-terrein,
maar wel beperkt om de waarde daar te laten. Dat zijn de achterliggende ideeën.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Misschien gaat het toch wel in de avond verloren, ik vond dat in de commissie ook welWe hebben
hier een bestemmingsplan, dat is iets heel bijzonders, en toch wordt het overal wat weggerommeld,
terwijl ik denk: dat is iets waarop we jaren en jaren hebben gewacht. En zelfs enige ontspannenheid
of vrolijkheid, dat is gewoon een opmerking, daarop hoeft u verder niet eens meer te reageren,
ontbreekt hierbijDe enige zorg die we hebben uitgesproken, omdat het ook allemaal wat zorgelijk
en moedeloos wordt gebracht, zo van: we hebben een bestemmingsplan, maar, maar, maar
Dat is eigenlijk jammer, we hebben een bestemmingsplan.
De VOORZITTER
En wij moeten nu vrolijk zijn, doet u een suggestie?
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Neen, en daarbij zeggen wijwij hebben een bestemmingsplan. Als we dat nu zonder bekrompen
heid en zonder kleingeestigheid hanteren dan kunnen we heel veel. Ik wil niet zeggen dat we morgen
dus een andere stad hebben, maar we kunnen wel enige trotsheid en enig elan hebben. Ik mis dat,
maar goed, het zij zo. Verder maakt het mij aan de andere kant wat zorgelijk, dat u eigenlijk het
bestaan van een bestemmingsplan, het hebben van een bestemmingsplan op exact dezelfde
toonhoogte accepteert als de motie van GroenLinks. Zo van: als dat nu wordt bedoeld, dan kan
dat wel, enzovoort. Dan denk ik dat er in deze stad ontzettend veel moet worden gedaan. Als het
college echt actief zou omgaan met dit bestemmingsplan zou het nauwelijks tijd hebben voor andere
zaken. Maar is het misschien zo dat u al overleg hebt met Defensie waar het bijkans is toegezegd?
Dan is het een kleine moeite om dat in een convenant mee te nemen, of moet u er echt aan trekken?
Wanneer het zo is dat Defensie in feite al zegt: jongens best, meisjes best, dan zeggen wij ook
goed. Maar dat u nog in deze tijd die toch hectisch kan worden genoemd, eigenlijk blij bent met
all