23 NOVEMBER 1995 807 Ik blijf alleen bij mijn opmerking dat naarmate een bestemmingsplan goed is en up to date, en dat is het nu, je niet moet beginnen op voorhand te gaan roepen: er moet maar regelmatig gebruik worden gemaakt van een artikel 19-procedure, want als het goed is, dan moet dat maar heel sporadisch gebeuren en dat moet zeker niet worden bevorderd en als uitgangspunt dienen bij het vaststellen van een bestemmingsplan. Dat bedoel ik. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Mijnheer Scheltens, ik heb niet gezegd: we moeten maar vooral zo veel mogelijk artikel 19- procedures uit de kast halen want wij vinden dat zo gezellig, al die artikel 19-procedures, neen, wij hebben gewoon gezegd: als er wijzigingen mogelijk moeten zijn zal het met een artikel 19- procedure moeten gebeuren. En daarmee hebben wij op zich in principe geen moeite. Het zou natuurlijk wat anders zijn als nu ineens een bouwplan wordt ingediend om midden op de Grote Markt een klein torentje van 70 meter hoog te bouwen dat een basis heeft van drie bij drie meter aan de onderkant. Dat zouden wij natuurlijk een gek plan vinden. Maar het gaat gewoon puur om kleine veranderingen. De heer SCHELTENS Ik ben blij dat u geen architect bent trouwens. De VOORZITTER Mijnheer Scheltens, was u klaar met uw tweede termijn? De heer SCHELTENS Neen, ik heb geen reactie. Ik denk dat we dichter bij elkaar staan dan we dachten. Ik meen in ieder geval bereikt te hebben dat het iets genuanceerder klinkt dan in de vorige termijn. Ik denk dat we deze discussie dan wel kunnen sluiten. De heer VAN DE STEENOVEN Allereerst voor alle duidelijkheid, in het bijzonder naar mevrouw Van Beusekom: wij zijn zeker ook blij met dit bestemmingsplan. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Neen, maar het was ook niet naar u, het was gewoon de algemene toonzetting. Uw vrolijkheid kwam mij echt tegemoet. De heer VAN DE STEENOVEN God zij dank wel. Dat heb ik ook wel eens anders gehoord. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Maar dat varieert ook. Ik ben altijd strikt eerlijk. Verdient u lof, dan krijgt u het. Ik vergat het nu. De heer VAN DE STEENOVEN Dank u wel. Wat ik verder nog wilde opmerken is: heb ik de wethouder goed begrepen, dat er over laten we zeggen een jaar of vijf een evaluatie komt en met name ook op de punten van: lukken die ambitieuze plannen en die ambitieuze reserveringen die we in het bestemmingsplan hebben gedaan, bijvoorbeeld voor een open haven en een gracht? En is dat dan ook het moment waarop we op een gegeven moment zeggen: het is toch te ambitieus geworden, die middelen komen niet los, we gaan het op een andere manier herinrichten? Ik kom nog even terug op de opmerking ten aanzien van de bouwhoogten en die invullingen. U bent daarin niet zo duidelijk geweest. Ik zou méi

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 807