23 NOVEMBER 1995
824
daarin een belangrijk instrument. Daarnaast nemen we graag de aanbevelingen over om de
implementatie en integratie goed te structureren. Het is duidelijk geworden dat we ons op enkele
speerpunten zullen moeten richten om effectief te kunnen zijn. Voor het milieuprogramma 1996
vraagt D66 extra aandacht voor duurzame stadsontwikkeling en duurzaam bouwen. We zouden
het dan ook een goede zaak vinden om de eenmalige 100.000,— voor de stafdirectie Milieu in
1996 in hoofdzaak op dit terrein in te zetten. Het mes snijdt zo aan twee kanten: verbeteringen
op milieugebied en evenzo bij volkshuisvesting.
De heer MEEUWISSEN
De evaluatie is in de ogen van de VVD een goed stuk in die zin dat een gedegen evaluatie heeft
plaatsgevonden van wat er de afgelopen vier jaar met betrekking tot het G.M.P.-l, zoals het nu
heet, is gebeurd. Het G.M.P.-l was een ambitieus stukje papier, wat tamelijk breed was opgezet
en waarin wij met zijn allen dachten de hele wereld en in ieder geval het milieu in de gemeente
Breda aan te kunnen. Wij hebben geleerd inmiddels en in de evaluatie wordt op een aantal punten
de vinger op de zere plek gelegd. Twee puntjes wil ik er hier uitlichten, omdat die toch met name
op de gemeente betrekking hebben. De invloed van de gemeentelijke reorganisatie was niet
overwegend positief op het effect van het milieubeleid in Breda. Ten tweede: de voorbeeldfunctie
die de gemeente zelf zou moeten vervullen, komt niet echt goed uit de verf. Dat neemt niet weg
natuurlijk dat er door de projectorganisatie G.M.P. hard is gewerkt en is gepoogd om over een
heel breed front een aantal activiteiten ter hand te nemen. Voor wat betreft de accenten voor het
G.M.P.-2 wil de VVD de nadruk leggen op het volgende namelijk, en dat zijn absoluut geen
originele punten, ik pik er wat uit die wat ons betreft de belangrijkste zijn, er moet doelgericht
worden gewerkt, er moet een klein aantal projecten, een klein aantal actiepunten worden
geselecteerd waarop men a. haalbare doelstellingen zet, en b. doelstellingen die te meten zijn,
en c. doelstellingen die in het lokale beleid passen. Voor het overige is het zaak om het milieubeleid
en alles wat daarmee flankeert zo veel mogelijk integraal te laten uitvoeren. Dat wil zeggen dat
we de projectorganisatie G.M.P. niet onnodig moeten belasten met het slepen van allerlei soorten
beleid die ook door de diensten regulier kunnen en zouden moeten worden uitgevoerd. De
milieumonitor is een stuk dat wat ons betreft een zeer goede aanzet is om te komen tot een meting
en een taxering van de waarde en de effecten van het beleid in Breda. Voor wat betreft het
activiteitenprogramma 1996, de suggestie van de heer Marée klinkt mij uiterst sympathiek in de
oren.
De heer VAN FESSEM
In de commissie was de CD A-fractie wat kritisch omdat het ons tegenviel dat er niet kon worden
gemeten hoe ons beleid en de uitvoering daarvan was geworden in de loop der jaren. Ik vind dat
een evaluatie ook iets moet zeggen over de toekomst, maar zeker over de effecten die het heeft
gehad. De voorzitter van de commissie heeft eigenlijk goed uitgelegd waarom dat in dit geval heel
moeilijk was. De milieumonitor die daarna is gepresenteerd: wij denken dat wij daarmee over
een aantal jaren wel resultaten kunnen meten. Wij hebben alle vertrouwen daarin. Dit houdt in
dat de CD A-fractie dus met genoegen akkoord gaat en daarbij aantekent dat wij nog steeds de
overtuiging hebben dat aan het milieubeleid in Breda uitstekend gestalte wordt gegeven.
De heer MAAS
De evaluatie van het G.M.P.-l beschouwt mijn fractie als een gedegen en zeer leesbaar stuk, wat
een goed inzicht geeft in de milieu-activiteiten van de gemeente in de afgelopen jaren. Daarmee
wil ik niet zeggen dathet allemaal uitstekend gaat op milieugebied in Breda. Op een drietal terreinen
zijn de strategische beleidsdoelstellingen duidelijk niet gehaald. Het betreft hier afvalpreventie,
energiebesparing en verkeer en vervoer. De verwachting was gerechtvaardigd dat deze punten
zouden worden verheven tot speerpunten in het milieuprogramma 1996. Dat is niet gebeurd. Bij