23 NOVEMBER 1995 838 De VOORZITTER Ik constateer dat het nu tien voor half twaalf isUit het oogcontact met een aantal fractievoorzitters heb ik begrepen dat men wil doorgaan? Het lukt nog niet tot twaalf uur. 252. BEROEPSCHRIFT VAN DE KRUISVERENIGING BREDA TEGEN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE VOOR 1993 EN HET VOORLOPIG VASTSTELLEN VAN DE SUBSIDIES VOOR 1994 en 1995. 253. KREDIET VOOR AANPASSING VAN HET SCHOOLGEBOUW VERVIERSSTRAAT. Akkoord. 254. TARIEVENBELEID BIBLIOTHEEK BREDA. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE De tarieven van de bibliotheek hebben de afgelopen weken aardig wat stof doen opwaaien. We kunnen stellen dat het op zich met de bibliotheek en de werkzaamheden goed gaat. Je kunt je dan ook afvragen: waarom moeten zaken veranderen wanneer iets goed gaat? Het blijkt dat de uitleningen dusdanig stijgen dat er extra personeelskosten moeten worden gemaakt. De vraag die je dan kunt stellen iskun je dat niet oplossen door een betere of andere inzet van geld en personeel? Dat geeft in dezen een onvoldoende oplossing. Er wordt in het voorstel ook gesproken over het profijtbeginsel, dus je betaalt De heer SCHRODER Mag ik eens vragen, mevrouw Boidin, bij interruptie. Waar haalt u vandaan dat het een onvoldoende oplossing geeft? U zegt: een andere inzet van personeel of efficiënter werken geeft in dit geval onvoldoende oplossingW aar haalt u dat vandaan, want ik lees dat bijvoorbeeld niet in het voorstel Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Ik kom daar zo op terug. Er wordt gesproken over het profijtbeginsel, dus je betaalt voor wat je afneemt of gebruikt. Op zich is dat een goede gedachte, maar we mogen niet uit het oog verliezen dat de bibliotheek een basisvoorziening is en als zodanig volgens onze fractie ook niet over één kam geschoren kan worden met een aantal andere instellingen. Dus met andere woorden: een bibliotheek moet zo laagdrempelig mogelijkzijn. Degrootstepijnzit inhet voorstel met betrekking tot het kwartje leengeld. De echte lezer wordt in dit geval gestraft. We noemen ook onder andere de groep van de ouderen, die op dit moment niet in staat is naar de bibliotheek te gaan maar waarbij familie of buren worden ingeschakeld voor spontaan zoeken. Dit zal minder worden. Worden al deze mensen die nu via familie of vrienden boeken krijgen, aangewezen op de boekenhuisdienst? Een ander punt is de minima. Het is duidelijk, zij kunnen dat extra geld niet missen. De vraag is dan ook: het inzetten van de BredaPasIs het inderdaad mogelijk de echte minima met betrekking tot dit onderwerp te traceren? Een andere groep die onze aandacht heeft is onder andere de leeftijds groep van 16 tot 20 jaar. Men heeft hier een half abonnement plus het leengeld. Juist voor deze groep is het ook belangrijk om nieuwe schrijvers of nieuwe onderwerpen te zoeken. Het kwartje leengeld zou dan een belemmering kunnen zijn. Voor een grote groep mensen zal het niet bezwaarlijk zijn. Die zullen er geen boek meer of minder om lezen. Neen, wanneer zij geen boeken vinden in de bibliotheek, kunnen zij die kopen, maar er is een aantal groepen, dat ik zojuist heb genoemd, onder anderen nogmaals de ouderen, de minima en de leeftijdsgroep tussen 16 en 20 jaar, dat toch onze aandacht vraagt. In de commissiebehandeling kregen wij helaas geen echt helder en duidelijk beeld over de gang van zaken en wat nu de consequenties zouden zijn. De schriftelijke toelichting die wij in het weekend ontvingen na de commissievergadering gaf ons toch een aantal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 838