23 NOVEMBER 1995 844 een belangrijk instrument om deze drempel weg te nemen. Een noodzaak is dan wel in onze optiek dat we spreken over een substantiële korting op het abonnementstarief. Wij dringen dan ook bij het college erop aan om op een zo kort mogelijke termijn met een voorstel te komen in het kader van de BredaPas. De toelichting die wij hebben gekregen is er vrij vaag over en onze vraag aan u is dan ook: op wat voor een termijn denkt u met een dergelijk voorstel te kunnen komen? Mijn laatste vraag is door anderen al gesteld: de abonnementstarieven en het leengeld op de wat langere termijn, kunt u inderdaad ook aangeven of als het ware een bevriezing, na dit voorstel, voor een bepaalde termijn kan worden afgesproken? De heer LEUNISSE In eerste instantie wilde ik het eigenlijk niet zo lang maken, maar ik wilde me aansluiten bij de vorige vraagstellers, die zich bezorgd maken. Ook de Parel van het Zuiden maakt zich natuurlijk daarover zorgen. Laat ons daarover duidelijkzijn. Maar er liggen toch nog twee brandende vragen. Dat is in eerste instantie: de wethouder heeft zijn spijt betuigd tijdens de commissievergadering, dat inderdaad de achterliggende groepen niet waren geïnformeerd. De reden waarom wij het hebben teruggenomen is de wethouder de kans te geven om zich alsnog met die groepen te conformeren. Dus vraag 1 luidt: heeft u dat alsnog gedaan? Vraag 2 gaat over de brief die wij hebben bijgesloten bij het antwoord op de vraagstelling dat wij eerst schriftelijk moesten reageren. Dat was een artikel 48-brief en ik heb geconstateerd in de commissie dat het antwoord al klaarlag. Mijn vraag is: waarom hebben we die nog niet? Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Vanuit mijn portefeuille bekeken: wat volgens mij een beetje ontbreekt in het voorstel is het mobiliteitsverhaalEn dan zal iedereen zeggen: hoe kom je daar nu toch bij? Dit is een heel serieus verhaal. Als mensen namelijk naar de bibliotheek gaan en ze halen zes boeken, wat de meeste mensen duidelijk doen want dat is volgens het onderzoek gebleken, dan komen ze één keer in de drie weken, ze halen die zes boeken, en of ze dan net zoals de vrouw van de heer Kruithof er vier in het mandje laten liggen, ze rijden maar een keer in de drie weken naar de bibliotheek. Nu gaan er straks mensen naar de bibliotheek toe De heer KRUITHOF Even ter interruptie. In verband met het thuisfront: door mij is niet het aantal 4:2 doorgegeven, ik wilde de stand graag terugbrengen naar 3:3. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Waarvan akte. Dus als mensen dan die boeken niet lezen, in ieder geval hebben ze maar een keer dat ritje naar de bibliotheek gemaakt. Wat ga je dus nu krijgen? Ze moeten betalen, dus in twijfelgevallen met een bepaald boek zullen ze het niet nemen. Ze denken: als ik het boek uit heb dan ga ik wel weer naar de bibliotheek. Het boek is natuurlijk na een aantal dagen uit, dus ze springen weer in die auto, want dat doen ze allemaal, en dan rijden ze weer naar de bibliotheek. Dus in plaats dat mensen eenmalig zes boeken nemen en kijken wat het is, gaan ze straks allemaal voor elk boekje naar de bibliotheek rijden. Ik mis dat verhaal gewoon. Dat is een consequentie die eruit volgt. Ik zou graag van de wethouder horen of hij daarnaar onderzoek heeft verricht: hoe vaak mensen op en neer rijden naar de bibliotheek als ze zes boeken kunnen lenen, of ze dan elke dag zes boeken komen lenen, of één keer in de drie weken de boeken komen lenen, en wat dan de consequenties zijn als de mensen minder boeken gaan lenen en dus sneller terug moeten komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 844