23 NOVEMBER 1995 845 Wethouder GIELEN Het feit dat wij op zo'n laat tijdstip nog zo lang over zo'n onderwerp praten wijst erop, en ik denk dat dat terecht is, dat het hier een belangrijk onderwerp betreft. Het feit dat ik er wat ongemakkelijk bij zit komt dan ook, dat moet ik er wel bij zeggen, niet door uw reacties maar heeft een andere oorzaak. Ik denk dat het terecht is dat erop is gewezen dat het college dit voorstel aan u heeft voorgelegd uit het oogpunt van kostenbeheersing van de bibliotheek. Intern hebben wij vrij uitvoerig met de bibliotheek daarover gesproken, waarbij het uitgangspunt voor het college is, en dat wil ik hier toch echt benadrukken, dat de bibliotheek nu en vooral in de toekomst betaalbaar zal blijven voor iedereen, de lener maar ook de inwoner. We willen daarbij niet komen aan de kwaliteit, we willen geen aantasting van de kwaliteit van de collectie en zeker geen aantasting van de kwaliteit van de dienstverlening. Ik denk dat het ook goed is te benadrukken dat we ons goed moeten realiseren dat dit college door met dit voorstel te komen een bepaalde keuze maakt. Dat blijkt al uit de ook door bepaalde sprekers genoemde alternatieven die er liggen, en dat het dus ook een illusie is dat er niets zou gebeuren als dit voorstel niet aan u in deze vorm zou zijn voorgelegd. Een groot aantal ontwikkelingen, daarop is al gewezen dus ik zal daarop niet in detail ingaan, het voorstel wijst er al op, maakt een andere benadering noodzakelijk. De leenrechtvergoeding is al aan de orde geweest, de lastenverzwaring voor de bibliotheek met ingang van 1 januari 1997 van 55000, en ten tweede blijkt dat het toenemend gebruik van de uitleenfunctie niet is op te vangen met de huidige formatie-omvang. Er moet iets veranderen en als we op basis van de tarievennota, dat hadden we ook kunnen doen, van ik meen 1993 de tarieven hadden verhoogd, dan zouden we nu komen te zitten op een abonnementstarief van 37,50, waarmee we overigens, dat moet ik er dan nog bij benadrukken, nog niet het verschil in dekking van de exploitatie van 1996 daarmee goedmaken. Door dat wel te doen hoopt het college uw raad dus ook te kunnen voorstellen te komen met een abonnementstarief van 42,50, want daarop komt het dan feitelijk neer. Het probleem dat ik u al schetste, van de actualiteit, de kwaliteit en de diepgang van de collectie is dan nog niet opgelost en dat zou nog een extra verhoging betekenen van ongeveer ƒ5,—, hetgeen het bedrag, net als in andere steden die daar wel voor kiezen, op een hoogte brengt van 45,— tot 47,50 voor 1995. Zoetermeer en Groningen hanteren die tarieven, onbekend is of zij in 1996 tot een ophoging zullen komen. Het is de commissieleden bekend gemaakt dat andere gemeenten dezelfde regeling kiezen die het college u nu voorstelt. Navraag heeft geleerd dat in ieder geval de gemeenten Tilburg, Utrecht en Oosterhout uitstekende ervaringen hebben en in ieder geval het basistarief betaalbaar kunnen houden voor iedereen. Op basis van een onderzoek, misschien is dat ook verduidelijkend, ik heb dat overigens ook in de commissie gedaan, uitgevoerd door de Provinciale Bibliotheek Centrale, blijkt dat ongeveer 20% van de leners verantwoordelijk is voor 80% van de uitleningen. Aangenomen mag worden, hoewel dat niet echt is hard te maken, dat dat ook voor Breda geldt. Door het abonnementstarief te verlagen menen we juist die grote groep uitleners tegemoet te komen. Ik zeg u nu reeds toe, ook in de richting van mevrouw Boidin, dat dit abonnementstarief dat nu wordt voorgesteld voor de komende driejaar zal worden bevroren. Dat geldt overigens niet voor het kwartje, daarover doe ik geen toezeggingen. In de richting van de heer Van Heusden, die vroeg daar nadrukkelijk om, het voorstel is wat onduidelijk over kinderen. In de u toegestuurde informatie is vermeld, en dat hebben we in de commissie ook gedaan, dat kinderen tot 14 jaar gratis blijven lenen tot een maximum van vier boeken per keer, er is geen abonnementsgeld voor die leeftijdsgroep, geen inschrijfgeld en ook geen leengeld. Voor de 14- en 15-jarigen geldt min of meer dezelfde regeling: zij betalen geen abonnementsgeld, geen in schrijfgeld en mogen maximaal zes boeken uit de jeugdafdeling gratis lenen. Voor wat betreft de reacties die vanavond en ook in de commissie zijn gerezen. Ik wil dan tegelijkertijd ingaan op het feit dat geen advies is ingewonnen van onder andere de Ouderenadviesraad. Ik heb in de commissie niet mijn spijt betuigd, mijnheer Leunisse, maar ik heb erkend dat dit is verzuimd. Overigens heb ik kennis genomen van de bezwaren van de Ouderenadviesraad en menen wij met de toezegging die we inmiddels ook hebben gedaan, daarop kom ik zo terug, daaraan tegemoet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 845