14 DECEMBER 1995
De heer DUBBELMAN
Niet op specifieke onderdelen van het rapport. In zijn algemeenheid vind ik dat dat moet
plaatsvinden in de commissie. Ik kan u wel zeggen dat dit een achtergrond is om, van CDA-
zijde, het collegiale karakter van het bestuur nogmaals te onderschrijven.
De VOORZITTER
Binnengekomen is een motie die ondertekend is door een groot aantal raadsleden. Zij is
zojuist voorgelezen en kan onderdeel uitmaken van de beraadslaging en zal worden verspreid.
De heer VAN HEUSDEN
Zo poëtisch als de heer Dubbelman ben ik niet, en als ik aan goudhaantjes denk, dan denk ik
in de eerste plaats hoe ik ze klaar moet maken. Ieder heeft zo zijn eigen invalshoek. Het
onderzoeksrapport is geen opgewekte lectuur. Daar zal eenieder het over eens zijn. Maar dat
ligt voor de hand, immers juist het gevoel dat een aantal zaken niet helemaal feilloos was
verlopen heeft ertoe geleid dat de raad heeft aangedrongen op een onderzoek. Dat leidt
natuurlijk tot een rapport waarin, zoals Bakkenist terecht opmerkt, feiten en falen de
boventoon voeren, wat dus per definitie een zekere eenzijdigheid in zich draagt. Overigens is
het een goed en nuttig rapport en het lijkt me dat de beslissing van de raad om een onderzoek
te laten instellen een juiste is geweest. Het is een goed rapport, maar geen onfeilbaar rapport.
In de commissie heb ik een aantal opmerkingen gemaakt over de uitstraling van trots en zelf
vertrouwen, die ontbroken zou hebben en over de opmerkingen inzake de relatie van De Stem
tot het gemeentebestuur, maar vooral ook over het voorbijgaan aan de ontwikkelingen binnen
de commissie ad hoe zelf, die ertoe hebben geleid dat wij, maar ook anderen, eind 1993
vraagtekens hebben gezet bij het nut van de commissie en waarbij, in ieder geval bij ons, ook
die medeplichtigheid een rol heeft gespeeld, benevens het wegvallen van de waarborg dat de
vertrouwelijkheid gegarandeerd zou blijven, hetgeen tenslotte heeft geleid tot het voorstel om
de commissie op te heffen.
De heer BOER
Bij interruptie. U gebruikt nu weer het woord medeplichtigheid. Ik heb ook in de commissie
daarover verduidelijking gevraagd. Ik denk, dat het belangrijk is dat u hier aangeeft wat u met
die medeplichtigheid bedoelt. In de commissie heb ik gezegd: u bent niet medeplichtig, u bent
verantwoordelijk, u heeft de opdracht gegeven. In de commissie heeft u laten blijken dat u
bang bent om medeplichtig te worden.
De heer VAN HEUSDEN
Ik ben bang dat u een verkeerd idee heeft van de betekenis van het woord medeplichtigheid in
dit geval. Ik bedoel nu de medeplichtigheid tussen aanhalingstekens, die in het rapport
Bakkenist wordt genoemd. En als u dat rapport goed naleest dan zult u ongetwijfeld begrijpen
wat daarmee wordt bedoeld. Toch een goed rapport met soms pijnlijk onthullende conclusies.
Ik denk daarbij aan de opmerking in het rapport en ik citeer: "het ambtelijk apparaat was niet
over de gehele linie loyaal", maar ook de opmerking over het gebrek aan collegiaal bestuur,
alsmede daarnaast de verhelderende beschouwingen over de krampachtige bestuursstijl.
Duidelijk is ook dat men over de gehele linie en op alle niveaus steken heeft laten vallen,
inclusief de raad, al komt die er naar mijn gevoel wat gemakkelijk vanaf. Het is daarom des
te opmerkelijker dat het college en de raad op eigen kracht
De heer SCHRODER
Kan mijnheer Van Heusden misschien aangeven op welke punten de raad steken heeft laten
vallen?
861