14 DECEMBER 1995
onverantwoordelijk besluit. In wezen is het besluit van 22 oktober 1992 een onverantwoorde
lijk besluit geweest. Daarom vinden wij ook dat daarvan de consequenties moeten worden
aanvaard. Wij eisen ook het aftreden van de wethouders die daarbij betrokken zijn geweest,
met uitzondering van wethouder Gielen. Voor ons is het plaatje duidelijk. Ik vind ook, anders
dan de VVD, dat als je ziet dat er iets fout gaat je daarvan de consequenties moet aanvaarden.
Wij vinden niet dat het college het recht heeft om de raad voor te liegen. Het gebeurt ook in
de Tweede Kamer, zodra wordt aangetoond dat er is gelogen dan moet men daarvan de
consequenties aanvaarden.
De heer BOKKELKAMP
Het blijft toch moeilijk, dat luisteren. Ik zeg het nu voor de derde keer: dat woord liegen gaat
mij veel te ver. Het is een ontwijkgedrag, ik ben daar al op ingegaan, het is het achterhouden
van belangrijke informatie, meer uit angst, meer uit hoop dat het misschien nog ten goede zal
keren, dat lees je ook in het rapport. Ik noem dat niet echt liegen. Ik vind dat zo'n ongeloof
lijk hard woord. Daaraan conformeer ik me niet. Het is uw visie, maar het is niet mijn visie
en ik wil daarover nu niet meer worden gekapitteld.
De heer BOER
Maar dat is uw mening, u vindt dat dat niet uit het rapport blijkt en wij vinden dat dat er wel
degelijk uit blijkt. Ik heb ook van de mensen die ik heb gesproken gehoord dat van uitspraken
die op bouwvergaderingen werden gedaan en waar wethouders bij zaten, wethouders hebben
gezegd: die uitspraken hebben we niet gehoord. Ze wilden het gewoon niet horen. Dat is
constant het proces geweest bij het Chassé Theater. Maar ze zijn wel degelijk geïnformeerd
geweest. En ik noem dat dan liegen.
De door de heer Boer ingediende moties luiden als volgt:
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van het
extern rapport onderzoek gang van zaken Chassé Theater;
overwegende dat,
uit de notulen van de vergadering van 11 november 1994, gelezen in samenhang met het
rapport van Bakkenist, blijkt dat de wethouder Financiën in die vergadering onjuiste
mededelingen heeft gedaan;
de overige wethouders zeer goed op de hoogte waren van het feit dat er onjuiste mededelingen
werden gedaan en hebben nagelaten deze onjuiste mededelingen te corrigeren;
een democratie alleen maar kan functioneren indien wethouders aan de raad juiste informatie
geven;
881