14 DECEMBER 1995
888
te realiseren. Als het gaat om het element van de dubbele betaling, denk ik dat de brief van
Bakkenist op zich heel helder is. Waarom heb ik mij met name in de commissie verzet tegen
het woord dubbele betaling? Omdat dat in die zin werd geïnterpreteerd, dat één partij twee
keer betaald zou hebben gekregen voor hetzelfde. Dat is dus absoluut niet aan de orde. Wij
hebben vanaf het begin gezegd: we hebben aan de ene kant een architect en we hebben aan de
andere kant, omdat dit geen projecten zijn die we dagelijks doen binnen de gemeente, een
extern adviesbureau rond dat projectmanagement. Ik spreek me nu niet verder uit over de
oordelen die het rapport daarover geeft. Maar dat is het beginpunt geweest en er hebben op
zich natuurlijk overlappingen plaatsgevonden in de werkzaamheden. Maar dat is echt wat
anders dan dubbele betaling. En ik wil u er ook op wijzen, waar u het steeds over geheimhou
ding heeft, dat alle geheimhouding over de financiële cijfers nadrukkelijk is opgeheven en dat
de raadsleden van de commissie Middelen ook de financiële cijfers van het Chassé Theater
hebben ontvangen. Over de geheimhouding was dit een opmerking in de richting van de heer
Schroder. De tweede opmerking is dat ook Bakkenist het een en ander heeft gezegd over de
geheimhouding binnen het proces als het gaat om het onderhandelingsproces. En dat sluit, wat
mij betreft, naadloos aan bij de brief die wij aan de commissie Middelen hebben gestuurd, als
het erom gaat waarom wij bepaalde elementen geheimhouden en dat dan inderdaad binnen het
kader van de Wet openbaarheid van bestuur, maar wel degelijk in de gaten houdend de
onderhandelingspositie van de gemeente.
De heer BOER
Over welke onderhandelingspositie heeft u het dan? U heeft het dan toch over het moment
waarop er conflicten uitbreken tussen aannemer en architect en aannemer en projectleider?
Dienaangaande heeft u gepleit voor een soort radiostilte, omdat anders iedereen zou weigeren
om nog één spijker ergens in te slaan.
Wethouder VAN OS
Ik heb in de novembervergadering van de commissie Middelen inderdaad aangegeven dat dat
zou kunnen leiden tot het stoppen van het werk door de aannemer of het stoppen van het werk
door de architect of een andere partij en dat dat niet in het voordeel van de gemeente was,
want dan zou dat theater nooit zijn opengegaan. Wij hebben er toen voor gekozen om binnen
die context door te gaan. En dat betekent inderdaad dat je in een continu onderhandelingspro
ces zit met die partijen, voor welke prijs ze dat dan ook willen doen. Aan de andere kant heeft
dat ook zijn prijs gehad, omdat wij op bepaalde terreinen natuurlijk ook onze positie binnen
dat geheel hebben kunnen uitbuiten, omdat ook wij belangen en contracten hadden op basis
waarvan wij dat onderhandelingsproces konden voeren. Met betrekking tot de opmerking over
de projectorganisatie het volgende. Ik denk dat het preadvies helder aangeeft hoe wij daarnaar
kijken en hoe wij reeds ten aanzien van een aantal projecten hebben ingegrepen. Een van de
elementen die nog uit de stelpost moeten worden betaald, mijnheer Boer, zijn onder andere de
laatste revisietekeningen van het theater. U heeft het, als u praat over de heer Hertzberger,
over een architect en een beeldhouwer. Ik wil daar toch iets over kwijt. Ik heb met de heer
Hertzberger uitgebreid over deze elementen gesproken en hij heeft nadrukkelijk een aantal
keren in het openbaar gezegd dat ook hij veel van dit proces heeft geleerd. Dus misschien dat
er best nog wel hoop is voor een samenwerking in de toekomst. Ik distantieer me volstrekt
van de opmerkingen die zijn gemaakt over de heer Ten Zijthoff in deze openbare vergade
ring. Ik denk niet dat we zo moeten omgaan met het beoordelen van ambtenaren. Ik denk dat
ik het hierbij kan laten, voorzitter.
De VOORZITTER
Ik stel voor de vergadering te schorsen.