14 DECEMBER 1995 898 De heer HEEREN Dank u, voorzitter, ik maak geen gebruik van mijn tweede termijn. De VOORZITTER Mevrouw Kokx? U maakt er ook geen gebruik van? Dan is het woord aan de heer Van Os. Wethouder VAN OS Tot mijn spijt zal ik moeten zeggen dat mijn beantwoording nu nog wat korter zal zijn dan in de eerste termijn, maar ik voel mij daardoor niet beschaamd. Ik denk dat ik heel helder ben geweest in mijn beantwoording en dat het voor mij zelfs nog een hele lange beantwoording was, want ik probeer dat steeds zo beknopt mogelijk te doen. Het mag duidelijk zijn, alle wethouders zijn geïnformeerd en er zijn veel meer mensen geïnformeerd door het bureau Bakkenist. En de raad zal moeten concluderen, aan de hand van datgene wat er voorligt in het rapport-Bakkenist, dat dat de maximale informatie is die zij hebben verworven en die zij hebben vertaald en aan het papier hebben toevertrouwd. Als het gaat om de leden van het college wijs ik u op pagina 56. Daar wordt ingegaan op wanneer de leden van het college werden geïnformeerd over het feit dat er definitief iets mis was. Ik maak me absoluut geen zorgen, en dat in de richting van mevrouw Croft, dat De heer SCHRODER Bij interruptie. Betekent dit dat u afstand neemt van bijvoorbeeld de woorden van mijnheer Bokkelkamp, die het heeft over bewust informatie onthouden? Dat is dan niet juist. Wethouder VAN OS Ik heb dat in mijn eerste termijn al gedaan, mijnheer Schroder. Wel beknopt, maar ik heb het wel gedaan. Ik maak me, mevrouw Croft, absoluut geen zorgen om het respect voor de wethouders in de organisatie. Ik kan me ook niet vinden in de wijze waarop de heer Boer nu met het rapport omgaat door te zeggen: je kunt pagina 111 ook in algemene zin zien. Ja, zo lust ik er nog wel een paar. Het gaat erom wat er op papier staat en hoe Bakkenist dat heeft beoordeeld. Mijnheer Boer, als u zegt: deskundige leiding, dan wil ik u graag verwijzen naar datgene wat het college vanaf november 1994 met dit project heeft gepresteerd en dat het aantal dagen achterstand van 100 is teruggebracht naar 70. Met betrekking tot het instellen van commissies ad hoe het volgende. Het voorstel van het college is om dat niet meer te doen. Als uw raad van mening is om dat in bepaalde situaties alsnog te moeten doen, dan is dat aan uw raad. Het college zal het niet meer voorstellen. Tot slot: ik weet niet of ik uw vraag over Hare Majesteit nog kan uitzoeken. Er wordt mij hier via het Kabinet gewezen op de prudentie van het Koninklijk Huis, dat er geen informatie over bezoeken et cetera kan worden gegeven. En ik denk dat we dat dus ook niet moeten doen. Ik weet wel hoe dat soort processen lopen van het Kabinet van de Koningin naar het Kabinet van de burgemeester, dan wel naar de burgemeester in persoon. Ik kan het dus niet achterhalen. De VOORZITTER Ik stel voor de vergadering even te schorsen teneinde het standpunt van het college te kunnen vaststellen met betrekking tot de twee in de tweede termijn ingediende moties. SCHORSING. De VOORZITTER Ik heropen de vergadering. Naar aanleiding van de door de Parel van het Zuiden ingediende motie inzake het opheffen van de geheimhouding op alle stukken betreffende het Chassé

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 898