14 DECEMBER 1995 899 Theater stelt het college allereerst dat men het niet eens is met datgene wat in de eerste considerans is gesteld. Ten tweede: het is uiteraard de bevoegdheid van de raad om geheim houding op te heffen, maar het college ontraadt uw raad om op dit moment die geheimhou ding op te heffen, omdat wij niet kunnen overzien wat de consequentie is wanneer alle stukken betreffende het Chassé Theater worden vrijgegeven. Ten aanzien van de tweede motie zal de heer Van Os het standpunt van het college aan u duidelijk maken. Wethouder VAN OS Gelet op de effecten van de exploitatie vraag ik mij af of dit voorstel ten voordele is van de reeds betalende bezoekers, want je kunt je afvragen welke effecten dit heeft op bijvoorbeeld de abonnementenverkoop. Daarnaast wil ik u melden dat we zeer doelgroepgericht bezig zijn. We geven studenten al een ruime mogelijkheid om gebruik te maken van last-minute-kaarten. Dit is een zeer doelgroepgerichte benadering om hen over de streep te trekken richting thea ter. Er zijn ook speciale afspraken bij bepaalde voorstellingen rond de BredaPas. Wij ontraden u derhalve deze motie. De heer BOER Als ik het goed begrijp heeft u haar al uitgevoerd. De VOORZITTER Ik denk dat we nu, en ik kijk nog even in de richting van de heer Schroder, aan het eind zijn van de beraadslagingen en ik wil overgaan tot stemming. Ik wil in stemming brengen De heer SCHRODER Mag ik een stemverklaring afleggen, voorzitter? De VOORZITTER Ja, maar dan graag in de volgorde waarin ik de moties in stemming breng. Ik breng eerst de vier moties van wantrouwen in stemming. Wie wenst een stemverklaring af te leggen met betrekking tot de motie van de Parel van het Zuiden om het vertrouwen op te zeggen in wethouder Van Raak? De heer SCHRODER In de beantwoording is wat mij betreft slechts één datum naar boven komen drijven, namelijk 28 oktober, waarop het college formeel heeft gehoord dat de planning niet meer werd gehaald. Ik heb zojuist het belang aangegeven van de beoordeling in een eerdere instantie van het rapport Twijnstra-Gudde en de repercussies daarvan. Aan de andere kant heb ik het verzoek aan het college gedaan in de zin van: ook al zou het zo zijn dat informatie verkeerd terecht is gekomen, geef daarvoor dan een verantwoording die we als raad kunnen beoorde len. Ook dat wordt nadrukkelijk achterwege gelaten. Ik heb al gezegd dat mijn fractie een andere motie in petto had, die veel minder verstrekkende gevolgen had. Zij is op dit moment sowieso niet meer aan de orde, want zij is niet ingediend. Maar zij geeft in ieder geval aan dat onze inzet, ook deze week in de commissie, niet is geweest: hier moet opnieuw politiek worden geslachtofferd. Dat was niet de insteek. Wij hadden een volstrekt andere insteek willen kiezen. Die mogelijkheid wordt ons door het college ontnomen nu het college geen verantwoording geeft voor, inderdaad wat de heer Bokkelkamp noemt, het bewust informatie onthouden en wat anderen en ook ik zelf noemen: onjuiste informatie verstrekken, zeg maar liegen. Ik heb dat ook een politieke doodzonde genoemd. Tussen 28 oktober en 7 november en daarover praten we in dit geval, liggen 9 dagen. In die 9 dagen vindt in ieder geval een collegevergadering plaats, waarin de beantwoording van artikel 48-vragen formeel wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 899