23 FEBRUARI 1995
91
gen. Dat zien wij als niets anders dan een verkapte manier van belastingheffen. Ik vind heel het
beleid betreurenswaardig.
De heer DUBBELMAN
Er wordt voorgesteld om kennis te nemen van dit stuk. Ik neem dan toch graag de gelegenheid
te baat om kennis te géven van de opmerking die onze CDA-fractie heeft over dit agendapunt.
Ik doe dat aan de hand van vijf opmerkingen die ik inmiddels kan inkrimpen tot vier, want de
vraag over het zorgen voor nieuwe parkeerplaatsen op het moment dat de oude ingetrokken
worden is al door mevrouw Van Bergen gesteld. Wij staan daar helemaal achter. Wij constate
ren dat inderdaad nieuw is ten opzichte van de discussie in september met name in de commis
sie, dat er nu heel concreet een dynamisch verwijzingssysteem wordt voorgesteld. Dit achten
wij een goede zaak, het komt tegemoet aan ons voorstel, toen ook al gedaan in september, en
hetzelfde geldt voor de befaamde pia's, een afkorting die inmiddels, dacht ik, al ingeburgerd
raakt: een parkeerplaats invaliden algemeen. De derde opmerking betreft toch wel een kritische
vraag over de forse personele uitbreiding die ons voor het eerst in deze vorm bekend is
geworden: dat de staf van het Parkeerbedrijf niet met 50% wordt uitgebreid, niet met 100%
wordt vermeerderd, maar dat er zelfs een toename van 200% is: van 2 naar 6. Wij vinden dit
toch wel een hele forse uitbreiding van een nu nog gemeentelijke dienst, terwijl we vinden dat
we moeten streven naar hooguit een consolidatie van een aantal werknemers van de gemeente.
Wij willen toch vragen om nog eens kritisch te toetsen of op deze manier met name structureel
die uitbreiding van 2 naar 6 echt per se nodig is. Wij zijn in ieder geval niet gelukkig daarmee.
Een andere opmerking, het betreft dan de vierde van de vijf, is een opmerking over de
exploitatie. Op zich kloppen de exploitatiegegevens naar ons idee prima, het is keurig vermeld,
maar hoe dan ook, je constateert dat de beoogde investering in de ondergrondse parkeergarage
van liefst 27 miljoen toch die exploitatie wel heel erg lastig maakt. Het is niet onmogelijk dat
we misschien toch nog eens moeten bekijken of een investering van deze omvang wel verant
woord is, gezien het gevolg daarvan op de exploitatieproblematiek. Een slotkanttekening, en dat
is toch wel de hoofdmoot in onze reactie, is de kritische vraag over de tarieven. Uiteraard
willen wij geen afstand nemen van de tariefvaststelling zoals wij die hebben gedaan bij de be
grotingsbehandeling, maar we willen u nü toch alvast op voorhand vertellen dat wij nog geen
blanco cheque geven voor de beoogde tariefstijgingen na het jaar 1995. Wij behouden ons de
vrijheid voor om daarover nog eens te discussiëren en, het is al eerder opgemerkt door een
andere fractiewoordvoerder, wij doelen met name in vervolg op de brieven van de Kamer van
Koophandel en van de VBB op de goede afstemming van de tariefstelling in Breda en dan niet
ten opzichte van andere grote steden hier ver verwijderd, maar heel nadrukkelijk de concur
rentiepositie van Breda ten opzichte van met name Etten-Leur en Oosterhout. Dat betekent dat
wij op voorhand niet van oordeel zijn dat wij in dezen een gidsfunctie moeten vervullen door
eenzijdig na 1995 de tarieven te blijven verhogen. Wij vinden dat er op dat moment, in het
najaar van 1995 zal dat vermoedelijk kunnen, nadrukkelijk moet worden getoetst wat er
werkelijk in de directe omgeving gebeurt en daarbij willen wij in het bijzonder de aandacht
vragen voor de mogelijkheid dat wij in het bijzonder wat problemen zouden kunnen hebben met
een verdere verhoging van de parkeertarieven op het Chasséterrein. In een binnenstad die op de
schop wordt genomen in het kader van de herinrichting, op zich zijn dat allemaal goede zaken,
kan dat toch, al is het maar tijdelijk, wat problemen tot gevolg hebben. Met name naar de
tariefstijging in de binnenstad willen wij in het najaar nog eens kritisch kijken. Nadrukkelijk
willen wij deze opmerking nu geven als kennisgeving, niet meer dan dat, maar het kan dus zijn
dat wij op de punten die hier zijn genoemd in ieder geval de vrijheid nemen om daarop in het
najaar op onafhankelijke wijze nog eens terug te komen en daarvoor in de raad wellicht nog
eens andere suggesties geven.