21 DECEMBER 1995
911
Artikel 2 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:
2.2 Van extra belemmeringen, bedoeld in het eerste lid, is sprake indien de werkloze 27 jaar of
ouder is, gedurende driejaar of langer aaneengesloten werkloos is en een opleidingsniveau heeft
van maximaal MAVO of een daarmee vergelijkbare opleiding.
Artikel 3 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:
3.1 Burgemeester en wethouders kunnen een premie toekennen aan de in artikel 2 bedoelde
werkloze in verband met het aanvaarden van arbeid, die leidt tot beëindiging van de uitkering voor
onbepaalde tijd, het volgen van een op arbeid gerichte opleiding, of het doen van vrijwilligerswerk
in georganiseerd verband voor minimaal vier dagdelen per week gedurende minimaal een jaar;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer HEEREN
De Verordening uitstroompremies is een beleidsplan om werklozen te stimuleren om werk te
aanvaarden. Het is een feit dat grote groepen mensen werkloos zijn, maar dat probleem lost men
niet op door een premiebeleid te voeren om werklozen te stimuleren om werk te aanvaarden. Er
zijn gewoon geen banen voor grote groepen mensen. Als een werkloze het geluk heeft om een
baan te vinden, dan is zijn probleem opgelost en is hij tevreden. Als we dat nog eens gaan belonen
met een premie is dat leuk voor de nieuwe werknemer, maar niet noodzakelijk. Het merkwaardige
is dat volgens de verordening de vroegere vrijlatingsregeling, waarbij iedere uitkeringsgerechtigde
de mogelijkheid werd geboden om bepaalde bedragen naast de uitkering te verdienen, wordt
afgeschaft. Dat is dwaas en onverstandig. Men zou juist deze vrijlatingsregelingtot een vast beleid
moeten maken, met dien verstande dat de uitkeringsgerechtigdeniet wordt gekort op zijn uitkering,
ook niet gedeeltelijk. Want als men alleen van een uitkering moet leven, dan betekent dat armoede
lijden. En als de uitkeringsgerechtigde zijn financiële positie iets kan verruimen, moet men dat
aanmoedigen en niet ontmoedigen.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Ter interruptie, maar is dat wat u zelfheeft gedaan in de tijd dat u een uitkering had en erbij heeft
verdiend? U vond dat u het zo arm had, dus u moest wat bijverdienen?
De heer HEEREN
Ik zou graag mijn verhaal even afmaken.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Als u mijn vraag wilt meenemen in uw verhaal, dan vind ik dat fijn.
De heer HEEREN
Ik wil mijn betoog gewoon voortzetten. Als men de werkloze werkelijk wil helpen, dan moet men
er in Breda meer geld en aandacht aan besteden om een goed acquisitiebeleid te voeren. Dus ernaar
streven om meer bedrijven naar Breda te halen. Zo schept men werkgelegenheid en reguliere banen.
Daarmee zijn de werklozen meer geholpen dan met een onzinnig premiestelsel. In de verordening
staat dat de uitkeringsgerechtigde ook kan worden doorverwezen naar het vrijwilligerswerk. Maar
de Stichting Vrijwilligerscentraleheeft tijdens het vrijwilligersfeest, waar zes vrijwilligers werden
onderscheiden met een vrijwilligersmedaille, al te kennen gegeven dat zij niet is gediend van het
verplicht stellen van uitkeringsgerechtigden om vrijwilligerswerk te doen. De stichting zal zich
met hand en tand verzetten tegen dit onrechtvaardige beleid. Je krijgt op die manier twee groepen
bij de vrijwilligers: één groep die vrijwillig werk verricht en een andere groep die dwangmatig