21 DECEMBER 1995 917 De VOORZITTER De heer Schroder stelt in zijn betoog ten principale het uiteindelijke effect van de prikkel van de premie ter discussie. Ik kan uw stelling volgen dat iemand die een hoog loon in het vooruitzicht heeft minder behoefte heeft aan een uitstroomprikkel dan iemand die met een laag loon zit. Dat zou kunnen betekenen dat u zou voorstellen om te differentiëren. Dat doet u echter niet, bovendien is dat uitvoeringstechnisch ook problematischU gaat onmiddellijk door naar het andere verhaal waarmee u al in eerste termijn kwam. U wilt een prikkel geven aan zaken die wij normaal achten. Scholing hoeft niet met een prikkel te worden beloond. De heer SCHRODER Ik heb gezegd dat arbeid normaal is, doodgewoon omdat het in de wet staat. Dat moetje in ieder geval minimaal doen. De VOORZITTER Akkoord. Scholing is een voortraject voor arbeid, dat behoort tot je eigen verplichting. Maar dat behoeft nietdoor de overheid gepremieerd te worden. Daar hoeft geen beloning tegenover te staan. Hetzelfde geldt voor vrijwilligerswerk. Ook dat hoeft niet door de overheid te worden beloond in het kader van deze regeling. Op een andere manier wellicht wel, maar niet bij deze regeling. Ik denk datje daarmee in feite te veel in een soort oververzorgingscircuit terechtkomt, waar we geen van allen gelukkig mee zijn. De jaren zeventig wil ik niet noemen. Ik heb daar te goede herinneringen aan, dus wat dat betreft doe ik daaraan niet mee. De heer VAN FESSEM Wij allemaal, voorzitter. Elke maand ging ons salaris omhoog. De VOORZITTER Uw aanpassing van artikel 2 lid 2 om extra belemmeringen toe te voegen heft weliswaar het limitatieve karakter op, daarmee ben ik het eens, maar ik blijf erbij dat u dan toch heel specifiek één belemmering in een regeling zet, terwijl andere belemmeringen niet nader worden gedefinieerd. Ik vind dat wetstechnisch een slordigheidje. Ik vind dat niet nodig, want in de meeste gevallen zal dit als extra belemmering worden ervaren. U ontneemt mensen daarmee de mogelijkheid om te individualiseren. Ik breng het amendement in stemming en constateer dat dit is verworpen met de stemmen van GroenLinks voor. Besluitvorming met betrekking tot het amendement: Het amendement, ingediend door de fractie van GroenLinks, wordt verworpen met de aantekening dat de fractie van GroenLinks geacht wil worden te hebben voorgestemd. Besluitvorming met betrekking tot het voorstel: Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de CD geacht wil worden te hebben tegengestemd. 258. VERORDENING ALGEMENE BIJSTAND GEMEENTE BREDA 1996. De heer FIGLAREK Op 1 januari aanstaande treedt de nieuwe Algemene bijstandswet in werking en de gemeente krijgt hierin grote beleidsverantwoordelijkheid. In de commissie is de nieuwe Algemene bijstandswet uitgebreid aan de orde geweest en de raadsleden hebben zich uitvoerig kunnen laten informeren om tot een zo verantwoord mogelijke keus te komen. Alles gehoord hebbende denken wij dat binnen de mogelijkheden verantwoord is gehandeld. Als je ziet dat voor ruim 96% van de cliënten niets zal veranderen, dan lijkt ons dat zeer acceptabel. Nadeel is wel dat er meer mensen als werkzoeken-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 917