21 DECEMBER 1995 924 het R.B.A. is geleverd, omdat het net iets te weinig oplevert. Ik constateer overigens dat in de laatste discussies die Melkert met het C.B.A. en met de R.B.A.'s heeft gevoerd, deze gedachte wordt onderschreven door de minister, maar dat zal wel te maken hebben met het paarse karakter ervan. De heer Schroder noemt het voorstel conservatief. Als u het conservatief wilt noemen dat de bestaande uitkeringen in hoogte en in duur intact worden gelaten, goed, dan leg ik mij daarbij neer. Dat is inderdaad conserverend. Het alternatief zou zijn dat wij, zonder daarvoor de beschikbare middelen te krijgen, een x-aantal groepen zouden plaatsen in een bevoorrechte situatie. Ik moet zeggen dat ik dat toch wel erg wispelturig en moeizaam vind. De heer SCHRODER U weet wat ik bedoel, ik heb in de commissie een aantal keren gezegd dat ik het behoudzuchtig vind om bijvoorbeeld de discussie over de voordeurdelersregeling niet over te doen. De VOORZITTER Omdat u herhaalt wat u in de commissie hebt gezegd, hebt u weinig van de discussie begrepen. Ik heb u toen verweten dat u bepaalde groepen naar voren wilde halen. Ik heb u op het facultatieve karakter daarvan gewezen en gezegd datje dan een vorm van ongelijkheid kweekt. Uw sympathie ligt waarschijnlijk bij andere groepen, maar die gaan er dan niet op vooruit. Bovendien, ik heb de middelen simpelweg niet in de begroting zitten. Maar laat mij dan een keer gezellig conservatief zijn, daar ben ik in dit geval trots op. Voor wat betreft uw opmerking over toeslagen bij het koffiedik kijken ben ik het met u eens. Ik koppel uw opmerking even aan die van de heer Peeters, voor wat betreft het zo snel mogelijk zien van resultaten. Wij moeten het mogelijk maken om in september met de eerste gegevens te komen. De heer Peeters maakt zich druk over de gelijke behandeling en de uitwerking daarvan. Ik denk dat we daarop uitgebreid toezicht houden met de O.T.W.-ers, de mensen van het kwaliteitsbureau van de Sociale Dienst. De trainingen die de consulenten het afgelopen halljaar hebben gehad, zijn hierop gericht. Maar ik ben bereid om de eerste ervaringen met deze toeslagenwet op basis van een halljaar in de commissie te bespreken. U kunt dit dus ergens in september in de commissie verwachten. Ik zit een beetje met de vraag van de heer Schroder naar de bestandsanalyse. Die zou je dan nu moeten maken. Laat ik zeggen dat ik daar niet afwijzend tegenover sta. Het lijkt mij een interessant gegeven. Ik moet even kijken of het technisch uitvoerbaar is. In de commissie kom ik daarop terug. Ik zal eveneens in de commissie terugkomen op uw motie met betrekking tot dit onderwerp. Als u de motie even in de markt wil houden, zoudt u mij ontzettend helpen. Ik wil even weten of het technisch uitvoerbaar isMeer moeite heb ik met uw amendement over de glijdende schalen, omdat ik denk dat we uitvoe ringstechnisch, qua verificatiemogelijkheden en qua fraudebestendigheid in de problemen komen. Die discussie hebben we uitgebreid in de commissie gehad. In het kader van een min of meer globale behandeling van raadsvoorstellen die hier moet plaatsvinden, lijkt het mij te ver gaan om de discussie opnieuw te voeren. Ik denk dat een aantal raadsleden daarbij toch vrolijk afhaakt. Dat mag voor u natuurlijk geen reden zijn om het amendement niet in te dienen. De heer SCHRODER Legt u het dan eens uit: een kind verdient 1,- meer. Dat moet worden opgegeven en de Sociale Dienst constateert dat de ouder 10% minder krijgt. In mijn voorstel verdient het kind 1,- meer, het moet nog steeds worden opgegeven en de Sociale Dienst geeft de ouder 1,- minder. Wat is daar zo moeilijk aan? De VOORZITTER Dat kan dezelfde fraudeproblematiek opleveren als deze regeling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 924