21 DECEMBER 1995
929
Besluitvorming met betrekking tot het amendement:
Het amendement, ingediend door de fractie van GroenLinkswordt verworpen met de aantekening
dat de fractie van GroenLinks geacht wil worden te hebben voorgestemd.
Besluitvorming met betrekking tot het voorstel:
Akkoord, met de aantekening dat de CD-ffactie geacht wil worden te hebben tegengestemd.
259. NIEUW REGLEMENT SOCIALE WERKVOORZIENINGSCOMMISSIE 1995.
Akkoord.
260. CONVENANT GROTE STEDENBELEID NOORD-BRABANT.
De heer AD ANK
Heel kort, want we hebben daarover in de commissie uitgebreid met elkaar gesproken. Ik vat
drie punten samen. Eén: wij verwachten veel van het portefeuillehoudersoverleg. Wellicht dat
het portefeuillehoudersoverleg, dat ook op stadsgewestelijk niveau plaatsvindt, hieraan toch
concreter gestalte kan geven. De CD A-fractie hoopt, met name als het gaat om maatschappelijke
achterstanden, dat daar spijkers met koppen worden geslagen. In de tweede plaats heeft u toegezegd
dat begin 1996 kan worden teruggekomen op de discussie over het voortbestaan van het
Stadsgewest. Wij koppelen dit nadrukkelijk aan de uitspraken van de staatssecretaris en het
standpunt van het Kabinet. Ook hier moet begin 1996 duidelijkheid zijn over de bestuurlijke
herindeling. In de derde plaats denk ik, als het gaat om de profilering van onze stad, dat onder
leiding van de nieuwe burgemeester dit college in 1996 in staat zal zijn om met een duidelijk profiel
van de stad te komen. De lappendeken van allerlei kwalificaties die wij extern voeren, leidt niet
altijd tot de meest duidelijke positionering van Breda in dit deel van het land. Ik hoop dat dit goed
wordt opgepakt: een duidelijke, concrete profilering.
De heer DE LEEUW
Als je het convenant van het grote stedenbeleid Noord-Brabant bekijkt, kun je in ieder geval het
signaal opvatten dat de Provincie wat anders naar de grote steden kijkt dan tot nog toe is gedaan.
Dat, plus het feit dat de grote steden wat beter met elkaar willen samenwerken, is de winst van
het geheel. Wij mogen hiervan niet ontzettend veel verwachten en moeten dus onze hoop niet te
hoog stellen. Er worden weinig middelen uitgetrokken en er zitten toch nog wat addertjes onder
het gras. Eén van die zaken is dat de steden onderling weieens door het Rijk uitgespeeld zouden
kunnen worden. Als dat gebeurt zouden wij graag zo snel mogelijk door u op de hoogte willen
worden gesteld.
De heer TAKS
Naar de mening van de VVD-fractie bestaat de betekenis van het convenant niet in de geldstroom,
die nu richting vijf grote gemeenten gaat vloeien, want die is uiterst bescheiden bemeten. Van
meer gewicht is de principiële erkenning door het provinciaal bestuur van de vijf grote steden als
culturele en economische centra van de provincie Noord-Brabant en ook de erkenning van het
feit dat de maatschappelijke problematiek in die vijf grote steden is geconcentreerd. In de voorbije
jaren heeft Breda samen met de andere steden tegenover Gedeputeerde Staten vaak een hoge, om
niet te zeggen arrogante, toon aangeslagen. Dat was naar onze mening ook volstrekt terecht, want
alleen op die manier kon gehoor worden gevonden. Nu we voor onze positie hebben gevochten
staat de weg open naar constructieve samenwerking met de Provincie. Het is naar onze mening
van belang dat Breda die constructieve samenwerking ook als richtsnoer hanteert in het verkeer
met de regiogemeenten. Volgens het convenant hebben de B-5 de regionale regietaak bij stedelijke
problemen in hun regio. De B-5 moeten volgens de tekst van het convenant streven naar een