23 FEBRUARI 1995 94 Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Een enkele opmerking nog. Ik heb een reactie van de wethouder gemist op het gelijklopen van de aantallen parkeerplaatsen die nieuw gebouwd worden voor 1995 en die welke moeten verdwijnen. Ten aanzien van de tarieven wilde ik me nog een enkele opmerking veroorloven. Het hangt er natuurlijk erg vanaf hoe je een parkeergarage bouwt. Het bouwen van een ondergrondse parkeergarage is dubbel zo duur per plaats als een bovengrondse. Ik neem aan dat de raad straks een vrije discussiemogelijkheid heeft, voordat er dus al kant en klare plannen liggen van: wij gaan daar ondergronds bouwen, ten aanzien van de relatie tarieven en nieuw te bouwen parkeergelegenheid. De heer DUBBELMAN Mevrouw Van Bergen was inderdaad de enige niet die dat antwoord heeft gemist dus ik sluit me bij die vraag graag aan. In de tweede plaats wil ik als algemene vraag aan het college stellen of men bijvoorbeeld aan de hand van een notitie in de commissie nog eens wil ingaan op de noodzaak met betrekking tot die uitbreiding, de verdrievoudiging van de staf van het parkeerbe heer, waarbij er dan in de notitie ook wordt ingegaan op de concrete vraag van het CDA om eens te kijken of wellicht op tijdelijke basis nü uitbreiding nodig is, maar die niet structureel in de formatie ondergebracht hoeft te worden, en in de tweede plaats of de bepaalde deskun digheid die nodig is met name op juridisch gebied niet beschikbaar is binnen het concern zodat er wat dat betreft niet per se een uitbreiding bij een dienst nodig is. Nogmaals, het enige wat wij op dit ogenblik vragen is om in een notitie in de commissie daarop nog eens een keer terug te komen zodat we daarover nog een oordeel kunnen geven. Met betrekking tot de 1 miljoen zou ik willen vragen of het college hierop nog even wil ingaan omdat naar mijn indruk de relatie niet zo nadrukkelijk ligt. Er is 1 miljoen ombuiging, die hebben we nodig en die hebben we gealloceerd als het ware naar het Parkeerbedrijf. Ik zie niet direct dat er dan automatisch een discussie over de 1 miljoen moet plaatsvinden, als we nog eens ingaan op de meest gewenste tariefstelling na 1995, maar misschien wilt u daarop in tweede termijn nog eens ingaan. Wethouder VAN DONGEN Allereerst nog even over het beleid. In de nota Navigeren in Parkeren zijn nadrukkelijke uitspraken gedaan over het aantal parkeerplaatsen op ondergrondse en bovengrondse locaties, een richting voor de getallen. Dat is de bevestiging van een besluit in december 1993 wat de raad op 1 juli 1993 ook heeft genomen. Dat is het beleid en daarvoor zijn niet alleen financiële redenen geweest, maar ook het beeld van de stad: bovengrondse parkeergarages bouwen is misschien voordeliger maar het leidt ook tot minder mogelijkheden voor dubbel gebruik c.q. tot een esthetische aanblik die ook niet altijd even leuk is. Dus in die zin gelden ook andere zaken waarbij we vanuit het beleid ook richting hebben gegeven voor aard en locaties van de garages, ondergronds en bovengronds, en voor de aantallen. Als daarin wijzigingen moeten komen dan betekent dat een wijziging van het beleid. Ik heb u in de commissie beloofd dat wij ten aanzien van de investeringen en de exploitatie kritisch zullen zijn, wat noodzakelijk is, maar wel op basis van het vastgestelde beleid. En als u met elkaar daarover wilt praten: we praten nu in het eerste jaar, en daar zijn we druk aan het werk, over de Tolbruggarage en het dynamisch wijzigingssysteem. In de richting dan meteen van de heer Boer: als hij constateert dat het niet naar voren is geschoven dan heeft hij nü niet goed geluisterd en in de commissie niet goed geluisterd, want het is juist de bedoeling om het naar voren te schuiven, zoals ook het verzoek was van de commissie, zoals ook in het overleg met de ondernemers is aangekaart, om te proberen dat af te stemmen op de realisatie van de herinrichting van de binnenstad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 94