21 DECEMBER 1995 934 voor de overgangsregeling de datum 8 december 1995 wordt gehanteerd. Ik veronderstel dat dit is bedoeld om te voorkomen dat het nieuwe beleid leidt tot een stortvloed van vergunningaanvragen op het laatste moment. Ik denk dat die vrees niet echt realistisch is. Het zou meer voor de hand hebben gelegen om 1 januari 1996 te kiezen als peildatum of ingangsdatum. Ik laat het verder aan u over. Het is een moeilijke vraag en ik begrijp dat het enige verwarring veroorzaakt. Dat is niet mijn bedoeling, maar ik vind het wat onlogisch om te kiezen voor 8 december, tenzij u redenen hebt om aan te nemen dat er een stortvloed van aanvragen zou komen. De heer PEETERS Zoals u weet hebben wij ook al in eerdere tijden aangedrongen op het weren van de kansspelautoma ten uit de zogenaamde droge horecagelegenheden. Overigens bleken wij daarin gelukkig niet al leen te staan, getuige de discussie in de commissie Algemene Zaken. Mevrouw Boidin heeft daarop ook al gewezen. Wij hadden het toch nog liefst eerder gerealiseerd willen zien en dat had wellicht ook gekund, maar gezien de situatie die ontstond door uitstel van de afgesproken evaluatie bleek dat niet haalbaar. Wij kunnen ons niettemin wel vinden in het thans voorliggende voorstel. Gelet op de situatie waarop ik zojuist doelde, verdient het waardering dat u tot deze oplossing bent gekomen. Niet alleen wordt per 1 januari 1997 de O-optie voor de droge horeca van kracht, maar ook geldt gedurende het overgangsjaar 1996 voor elke nieuwe ondernemer van een droge horecagelegenheid reeds dat geen speelautomaat in de betreffende gelegenheid wordt toegestaan. Dat betekent dus dat gedurende het jaar 1996 het aantal speelautomaten in de droge horeca gaandeweg afneemt. Er zijn namelijk volgens cijfers van uw kant gemiddeld twee wisselingen per week. Het gaat in totaal om 100 automaten, heb ik begrepen, dus theoretisch gezien zouden eind 1996 alle speelautomaten uit de droge horeca vanzelf verdwenen kunnen zijn. Daarnaast vinden wij het van belang dat met dit voorstel het convenant intact blijft. Het is mij bekend dat veel gemeenten niet zijn gecharmeerd van dit soort convenanten, maar al kan men er niet alle heil van verwachten, wij vinden het belangrijk dat alle betrokkenen, c.q. belanghebbenden met elkaar de problematiek onderkennen en bespreken. In Breda is dat zeer wel mogelijk door een positieve opstelling van de zijde van de branche. Bovendien is hiermee ook de controle op de naleving van het convenant geregeld. Wat de evaluatie betreft, ook wij rekenen erop dat die nu zo spoedig mogelijk komt. Ik wil mevrouw Boidin in die zin corrigeren en ook hetgeen in het voorstel staat rectificeren, datnieteind 1995dieevaluatie zou komen. Die zou na tweej aar komen en dat betekent begin 1995. Daarop baseerde ik ook mijn opmerking in de commissie dat het eerder had gekund. Maar dat even terzijde. Dan nog een praktisch punt, waarover ook de heer Taks al heeft gesproken, namelijk of 8 december niet veranderd zou kunnen worden in 31 december 1995. De heer HEEREN De CD-fractie denkt dat het begrip speelautomaten geen juist begrip is. Er zou eigenlijk moeten staan gokautomaten, want die veroorzaken de problemen. Wij hopen dat dit de eerste stap is naar de uiteindelijke uitbanning van alle gokautomaten in Breda. De VOORZITTER Ik wil even het gezamenlijke vaststellen in uw bijdragen. Met betrekking tot de evaluatie heb ik aangegeven welke oorzaken er waren waardoor een en ander is uitgesteld. Ik meen inderdaad dat was afgesproken na twee jaar, dus dat zou betekenen dat in maart 1995 de zaak had moeten worden geëvalueerd. De evaluatie komt nu aan de orde in april/mei 1996. Mevrouw Borst heeft deze week ook het voorstel met betrekking tot het landelijk beleid naar de Tweede Kamer gestuurd, dus wat dat betreft corresponderen de zaken met elkaar en kunnen we ook gelijktijdig aan de hand daarvan vaststellen wat het rijksbeleid is en welke onze mogelijkheden zijn, zodat de oorspronkelijk gedachte optie dan toch nog wordt gerealiseerd, zij het dan met uw ontstemming, maar in ieder geval kan het verband worden aangegeven. Excuses voor het feit dat een en ander zo is gelopen, het is op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 934