21 DECEMBER 1995 945 vergroting zal krijgen. Met een artikel 19-procedure anticipeer je op het vaststellen van een bestemmingsplan en in een bestemmingsplanprocedure worden allebelangen integraal afgewogen, dus niet alleen van die ene ondernemer, maar ook van de bewoners in de omgeving, het parkeren, de verkeersproblematiek, het milieu, enzovoort. Gezien de verstrekkende consequenties van het plan, waarvoor nu de anticipatie wordt gevraagd, heeft mijn fractie vooraf behoefte aan een integrale ruimtelijke afweging voor deze locatie. Wat ons betreft is ook de noodzaak om tot een versnelde besluitvorming te komen, vooruitlopend op het bestemmingsplan Zandberg/Ginneken, onvoldoende aangegeven. Dus wat dat betreft denk ik gewoon dat het beter is dat wij als raad op dit moment nee zeggen. Ik denk wel dat wij die uitspraak moeten doen en dat is het enige punt, waarover ik het met mevrouw Van Beusekom niet eens ben. Ik denk dat wij door te tekenen formeel hebben gezegd dat wij ons hierover als raad willen uitspreken en dat zullen wij dus ook moeten doen. Wij kunnen nu niet tegen het college zeggen dat het voorstel moet worden ingetrokken, want je haalt het besluit naar je toe door te tekenen. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Daarmee ben ik ook akkoord gegaan. Mijnverhaal kwam erop neer dat wij het naar ons toe trekken, maar in feite geven wij daarmee het college een opdracht. In het voortraject is geen degelijk huiswerk verricht, want toen had men al moeten zien dat het niet kon. Dat heb ik gezegd. En of je het nu intrekken noemt of een andere formulering gebruikt, okay, als het er maar niet komt op deze manier. Als dit van tafel gaat, dan ben ik niet zo fijngevoelig voor wat betreft de formulering. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik ben in ieder geval blij dat wethouder De Bruijn ook namens onze fractie een gesprek is aangegaan met Ahold. Wij hebben hem in de commissie gevraagd om dat te doen en als ik de brief van Albert Heyn moet geloven dan is dat ook gebeurd. Ik vind het jammer dat Albert Heyn het bouwplan niet terugtrekt, maar gewoon stompzinnig doorzet en probeert de raad de pin op de neus te zetten. Op pagina twee geeft men een aantal argumentaties, namelijk dat er al duidelijke wederzijdse afspraken zouden zijn gemaakt. Als dat zo zou zijn, dan denk ik dat het de taak was geweest van de wethouder om ons als raad op de hoogte te stellen van de wederzijdse afspraken, die er zouden liggen tussen Albert Heyn en de gemeente. Albert Heyn denkt nu dus dat, mocht deze procedure bij de raad met neen eindigen, hij schijnbaar met zijn huisadvocaat toch nog goede zaken zou kunnen doen. Ik zou dat heel jammer vinden. Ik denk dat het de taak van de wethouder is om de raad volledig te informeren over dit soort afspraken. Een tweede punt is dat Albert Heyn zelf aangeeft dat er geen urgentie is. Op 19 juli 1991 is men in ontvangst gekomen van de brief van het college met de daarin gestelde randvoorwaarden. Als je in 1991 randvoorwaarden krijgt en je komt pas eind 1995 met een bouwplan, dan ben je dus niet urgent. Dan heb je schijnbaar je tijd aan een heleboel andere dingen kunnen besteden en is er waarschijnlijk iets bedacht, waardoor men nu ineens wil gaan bouwen. Ik denk niet dat wij daaraan als gemeente moeten meewerken. Urgentie moet iets heel anders voorstellen. Een derde punt is dat, nadat deze randvoorwaarden aan Albert Heyn zijn gesteld, er toch een ontwikkelingsschets Zandberg/Ginneken is opgesteld. In die ontwikkelingsschets staat een aantal zaken, zoals handhaving van de historische assen van de Prins Hendrikstraat richting Kerkhofweg. Die randvoorwaarde schijnt ineens te mogen worden overtreden. Is misschien in eerste instantie toch van Albert Heyn geëist dat zij die rooilijn zouden vasthouden en dus niet zouden overschrijden? Het uiteindelijke bouwplan steekt veel verder uit en ineens wordt er een nieuw verhaal opgehangen: het plein moet vierkant worden en die hoek moet eruit. Ik denk dat je als gemeente niet duidelijk bent als je de ene keer zegt dat je die as wilt handhaven, terwijl het volgende moment die as ineens kan worden overschreden. De andere punten die aan orde zijn geweest, namelijk de eisen die wij richting Albert Heyn hadden, zijn geen van alle waargemaakt. De herinrichting van het plein komt later, wij moeten maar afwachten wat dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 945