21 DECEMBER 1995 957 wij constateren dat het agrarisch bedrijfsleven in de knel is gekomen, zelfs zodanig dat de CDA- afdeling dat nog eens onder de aandachtheeft gebracht in een brief aan landelijke overheden. Vanuit die achtergrond kunt u zich uiteraard voorstellen dat wij als fractie nog eens kritisch hebben gekeken naar het voorliggend plan, dat hoe dan ook toch neerkomt op het bevorderen van milieu investeringen, die op zich heel goed zijn. Maar een bedrijfsleven dat in de knel zit heeft helaas weinig ruimte voor nieuwe investeringen. Wij hebben in een kritische toonzetting vragen gesteld in de commissie, die ik uiteraard nu niet zal herhalen. Overigens, voor de goede orde is het zo dat het CDA nimmer de normstelling als zodanig heeft willen bestrijden. Het gaat meer om de manier waarop en hoe de invullingplaatsvindt. Een definitief standpunt zullen wij in tweede termijn innemen, omdat dit zal afhangen van de beantwoording van de volgende vragen. Hebben wij het goed begrepen dat dit ARP inderdaad een gevolg is van de landelijke wetgeving en dat bij het niet treffen van een ARP zelfs het agrarisch bedrijfsleven daardoor benadeeld wordt? Hebben wij verder goed begrepen dat clustering als zodanig ook voor ons als gemeente een gegeven is, omdat dit door de Provincie is vastgesteld en dat een subclustering binnen het Bredase wellicht nog wel mogelijk zou zijn, maar dat dit tot gevolg zou hebben dat andere agrariërs daardoor zelfs extra in hun beleidsvrijheid worden belemmerd? Onze laatste vraag is of het college bereid is om met de wijze van invoering zoveel mogelijk rekening te houden met de benarde positie van het agrarisch bedrijfsleven. De heer MAAS Noord-Brabant is de meest verzuurde provincie van Nederland. Daarbij komt nog dat deze week bekend is geworden dat de vitaliteit van de bossen vrij behoorlijk is afgenomen. Ten opzichte van 1984, toen men is begonnen met de registratie van de vitaliteit van de bossen, is er eigenlijk constant sprake geweest van afname van de vitaliteit. Op dit moment is zelfs een kwart van de bossen weinig tot niet vitaal. De heer DUBBELMAN Kan dit misschien ook samenhangen met een droge zomer? Het heeft toch niet uitsluitend te maken met verzuring? De heer MAAS Ja, dat heeft daarmee zeker een relatie, maar als er geen sprake is van verzuring dan is een bos vitaal genoeg om een droge zomer door te komen. Inderdaad was het zo dat wij vorig jaar een natte zomer hadden en dat er toen sprake was van een verminderde afname van de vitaliteit. Maar over het geheel bekeken is er de afgelopen 11 12 jaar duidelijk sprake van een afnemende vitaliteit van de bossen. Dit heeft zeker te maken met de uitstoot van ammoniak. De landbouw speelt hierin een grote rol. Voor de provincie Noord-Brabant speelt ook nog mee dat de bossen voor een groot gedeelte op vrij droge zandgrond staan, waardoor zij extra gevoelig zijn voor luchtvervuiling en uitstoot van ammoniak. Het ligt dan ook voor de hand dat mijn fractie dit voorstel van harte kan onderschrijven. Zoals ook de heer Dubbelman al zei is het eigenlijk een nadere uitwerking van de leidraad veehouderij, die de raad anderhalfjaar geledenheeft aangenomen. In de commissiever gadering is er een inspreker geweest die twee zaken heeft gevraagd. Ten eerste stelde hij voor om de gemeente Breda in twee zones te verdelen, waarbij in het zuiden van Breda een wat strenger regime zou worden toegepast dan in het noorden van Breda. Het college heeft daarop, voorzover ik heb begrepen, afwijzend gereageerd. Ik denk ook dat dit beter is en dat het bestuurlijk niet goed is te verkopen om twee vrij willekeurige zones in te voeren, waarop een verschillend regime zou worden toegepast.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 957