23 FEBRUARI 1995 97 gigantisch apparaat achter komt dat dwingend werkt op allerlei zaken en ook geen enkele uitzondering meer toelaat, net zoals dat op een gegeven moment bij het parkeerbeleid het geval is en bij meer nota's die we hebben vastgesteld. Er is geen enkele soepelheid meer en men wordt gedwongen, ook al zou dat met de redelijkheid niet stroken. In die zin zou het een stem verklaring zijn, we houden ze nog even in, uw antwoord op de vragen die mevrouw Van Bergen heeft gesteld, maar wij vinden het toch allemaal heel erg stringent worden. Wethouder VAN DONGEN De heer Van Heusden vraagt om een zware handhaving en de anderen zeggen: is het niet tè stringent? We hebben met elkaar in het kader van de herinrichting gezegd: als wij kwaliteit willen in de binnenstad en daarin ook gezamenlijk investeren, dan moet er ook een beeld van de binnenstad bestaan wat dat ook uitstraalt en dat beeld moet niet worden besmet of vervuild door uitingen van reclames, terrassen en uitstallingen, die op zich misschien allemaal goed zijn bedoeld, maar het totale beeld van de stad niet ten goede komen, ook de bereikbaarheid niet altijd ten goede komt. Vandaar ook die regelgeving die we met elkaar hebben opgebouwd, die al een paar jaar in discussie is, ook ten aanzien van voorbeelden zoals in Maastricht, zoals ook vanavond hier genoemd is. Die regelgeving is als zodanig in het geheel ook in de inspraak geweest, buiten de inrichting van pleinen die nu concreet nog aan de orde is, als het gaat om de Havermarkt, als het gaat om het Kraanplein, als het gaat om het Veemarktplein is de regelge ving ten aanzien van reclame-uitingen, terrassen als zodanig in zijn geheel aan de orde geweest en geldt die dus ook voor de reclame-uitingen, terrassen, luifels, zoals die in discussie zijn op de Havermarkt, Kraanplein, Veemarktplein, maar dan gaat het daar vooral ook om de inrich ting van de bestrating en wat er onder en er boven komt, maar wel op basis van de randvoor waarden zoals in de nota Regelgeving en de uitwerking hiervan in deze verordening van toepas sing is. Ten aanzien van de financiële gegevens is het zo dat wij wel de inkomstenkant hebben genoemd, dat staat ook in het stuk. Ik ken niet het getal ten aanzien van de uitgavenkant omdat dat te maken heeft met de keuze voor handhaving, waarover de heer Van Heusden heeft gevraagd, en ook te maken heeft met het totaal aan reclame-uitingen in heel de stad, waar dat in één kader is en ik het niet exact vanavond uit elkaar kan halen. Het lijkt me verstandig daarop in het kader van de discussie over de kadernota terug te komen. De binnenzijden van de ramen, waarnaar mevrouw Van Bergen namens haar fractie vraagt, heeft te maken met de doelstelling ook dat wij het beeld goed hebben van de stad, ook van de panden, maar ook een stuk beeld vorming van de panden op zich. De ramen vormen een belangrijk onderdeel daarvan. In het kader daarvan gaat het ook niet alleen om het storend-zijn, wat voor soort reclame het is, maar ook juist om een relatie te krijgen van sociale veiligheid, van toegankelijkheid in binnen/buiten beeld, en buiten/binnenbeeld, ook ten aanzien van de totale stad. In die zin gaat het om het storend beeld, maar ook om de sociale veiligheid, het versterken van het beeld van de leefbaar heid in de stad. Van daaruit Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Bij interruptie, maar u praat nu over binnenzijden van ramen, maar misschien kunt u beter over buitenzijden van ramen gaan praten, als we gaan kijken of de ramen wel gezeemd zijn. De bibliotheek ziet er voor schandaal uit met zijn vieze ramen altijd. Gaat u ook regelen dat winkeliers, eigenaren, gemeente regelmatig hun raam tot in de puntjes verzorgd moeten gaan zemen? Wethouder VAN DONGEN Ik ga dat niet regelen, daarvoor hebben wij een dienst, die dat voor ons uitvoert

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 97