21 DECEMBER 1995 960 De heer MAAS Mijn fractie, en daarmee bedoel ik de GroenLinks-fractie, heeft tijdens de begrotingsbehandeling een motie ingediend met de doelstelling om een extra bedrag van 100.000,- voor het G.M.P.- uitvoeringsprogramma 1996 te krijgen. Van het college is toen het verzoek gekomen om die motie aan te houden, omdat men eerst wilde kijken of er elders dekking zou kunnen worden gevonden om iets meer te doen voor het Uitvoeringsprogramma G.M.P. 1996. Met dit voorstel is geheel tegemoetgekomen aan onze wens, zelfs nog iets meer, want het is alles bij elkaar ruim 100.000,-- geworden. Ik ben dus buitengewoon tevreden met het milieuprogramma, zoals het nu voorligt. Over de dekking heb ik iets gezegd in de commissie. In het raadsvoorstel zou daarop nog wat uitgebreider worden teruggekomen en daarvan wordt nu gezegd dat in het kader van het Afvalstoffenplan nog een nadere verantwoording voor de extra dekking van 110.000,- zal worden gegeven. Dus dat wachten wij dan nog even af. De heer PEETERS Het is al laat, maar het gaat hier toch om een belangrijk voorstel, dat ik niet onbesproken als een hamerstuk wil laten passeren. Ik lees in de inleiding van dit voorstel dat het milieuprogramma kan worden gezien als een overbrugging naar het G.M.P.-2. Het G.M.P.-l is achteraf gezien te zeer een plan van intenties gebleken en het is daarom de bedoeling dat bij het G.M.P.-2 de nadruk meer op de implementatie komt te liggen. Daarbij moeten activiteiten ook zichtbaar en controleer baar blijven, nadat zij zijn opgenomen in het reguliere werk van de dienst. Tegen die achtergrond is dit milieuprogramma inderdaad een goede overgang naar het G.M.P.-2, omdat in dit programma projecten meer specifiek gericht zijn, meer uitvoeringsgericht zijn en de hele opzet concreter is. Wethouder VAN DONGEN Ik kan eenvoudig zeggen dat ik het met alle drie de sprekers eens ben. Volgend jaar, bij de uitgangspunten G.M.P.-2, zullen wij hierop nadrukkelijk terugkomen. Akkoord. 281AANPASSING TARIEVEN- EN KOSTENTABEL BEHORENDE BU DE VERORDENING PARKEERBELASTINGEN BREDA 1992. De heer DUBBELMAN Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, hebben wij tijdens de vorige raadsvergadering, toen dit punt was geagendeerd, daarover niet volop gediscussieerd. Ik moet u zeggen dat wij die discussie van onze kant, en naar ik begrijp ook van de zijde van de VVD, als volgt hadden willen voeren. Zou een bevriezing van de tarieven niet beter zijn dan een forse verhoging, zoals voorgestaan? Daarbij zonder meer beseffend datje dan afstand neemt van de nota Parkeerbeheer die door deze raad is vastgesteld. Het probleem bij dit soort nota's is altijd, vooral als je ze voor meerdere jaren vastlegt, dat je dan wat moeilijk rekening kunt houden met actuele ontwikkelingen. Het feit dat de CD A-fractie die discussie ook in de raad had willen voeren, had als achtergrond dat naar ons idee de omliggende gemeenten onvoldoende meededen in de tarievenaanpassing. Enerzijds was dat onze indruk op dat moment, terwijl anderzijds het bedrijfsleven, dat hiermee veel te maken heeft, nogal forse argumenten had om deze tarieven niet zo aanzienlijk te verhogen. Wij vinden datje daaraan serieus aandacht moet schenken. Wij waarderen overigens, en dat is de tweede kanttekening die ik wil plaatsen, de souplesse van onze coalitiepartners en ook van het college, om nog eens opnieuw de zaak tegen het licht te houden en te kijken of de reservepositie zodanig is dat je in ieder geval iets kunt doen. Wij hebben ook al vrij snel in de commissie naar voren gebracht dat ons accent zo mogelijk ligt op een bevriezing van het D-tarief, omdat dat ook het tarief is, waarvan je kunt zeggen: Breda heeft in ieder geval nog goedkope tarieven, die niet al

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 960