21 DECEMBER 1995 965 Daarom willen wij de beleidsvrijheid houden om de beoogde aanpassing van de tarieven nog eens tegen het licht te houden. De heer SCHRODER Neen, het ging er niet om of andere gemeenten in de pas gingen lopen. Het ging meer om de vraag of de economische teruggang, waarvoor uw fractie en de VVD-fractie zo bang waren, te maken hadmetonsparkeertarievenbeleid. En daarover wasdieonderleggervolstrekthelder. Dieconclusie kon niet zo hard worden gemaakt als uw fractie en de VVD-ffactie graag wilden. De heer DUBBELMAN Ik constateer dat de interrupties steeds langer worden. Laten wij proberen wat meer bij de les te blijven, want volgens mij staat in de brief van de Kamer van Koophandel weer een andere opvatting over dit punt. Ik wil nu de technische discussie niet voeren in hoeverre parkeertarieven rechtstreeks worden doorvertaald in een slechtere omzet. Ik wil wel constateren dat met name ondernemers zien dat de binnenstad op de schop wordt genomen. Als ondernemer weetje, wanneer de winkel wordt verbouwd, dat je niet op datzelfde moment moet komen met verhoogde tarieven. Ik vind het dan ook heel begrijpelijk dat de ondernemers zich wat bedreigd voelen door een te hoge aanpassing van de tarieven. In die zin zou ik die voorwaardelijke beschouwingen van wethouder Van Dongen willen onderlijnen. Het is een logische formule als hij zegt: uitgaande van dit en uitgaande van dat, volgt dat eruit. Als politieke fractie houden wij in die zin de vinger aan de pols, dat wij de vrijheid willen houden om bij de discussie over de tarieven voor de jaren na 1996 het totaalplaatje nog eens te bezien. Dat totaalplaatje betreft inderdaad zaken als: hoe is het met de binnenstad, is er op dat moment een bepaalde investering, zien wij via het parkeerverwij- zingssysteem dat het in Breda beter gaat, enzovoort. De prijs kan dan beter worden aangepast aan de kwaliteit, die wij op dat moment aanbieden. Een kleine opmerking nog richting de heer Schroder, die als het ware triomfantelijk als een haan van de toren kraait. U heeft toch in de aanvullende notitie gezien dat Oosterhout en Etten-Leur wèl hun tarieven aanpassen. Ik wil daarbij opmerken dat Oosterhout zich in een vastgestelde nota door de raad erop vastpint dat driejaar lang een bepaald tarief van 2,50 wordt bevroren. De heer Schroder zou ook kunnen weten dat in Etten-Leur op zijn vroegst in februari een commissie gaat bekijken of er al dan niet parkeertarieven moeten worden ingevoerd. Ik wil nu geen specifieke discussie over hoe de omliggende gemeenten hiermee omgaan. Ik wil alleen stellen dat wij akkoord gaan met het compromis. Voor ons is het acceptabel. Ons ijkpunt is nog steeds hoe het concreet gaat met de tarievenontwikkeling met betrekking tot de omliggende gemeenten. Tot slot nog een opmerking in de richting van de heer Bokkelkamp. Toen ik mij waarderend uitliet over de souplesse van onze coalitiepartijen, doelde ik op het volgende feit. Als in de vorige raad de discussie volop was losgebrand en het punt niet was teruggenomen, was het voorstel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid onverkort door twee van de drie coalitiepartijen gesteund en dan was het op dat moment een raadsbesluit geworden. In die zin waarderen wij de souplesse van de coalitiepartijen, dat zij met ons bereid zijn geweest om te zoeken naar een compromis. Zo hoort het ook in een goede coalitie. Wat dat betreft kan de coalitie misschien nog weieens wat beter en wat breder worden, maar die discussie zullen wij nu maar niet voeren. De heer VAN HEUSDEN Ik heb er helemaal geen behoefte aan om nog eens te gaan praten over wat ertoe heeft geleid om geen 3,— maar 4,~ te gaan betalen. Ik heb ook geen bezwaar tegen een compromis, maar dan moeten wij natuurlijk wel de kern van dit compromis overeind houden: 3,—, mits. Deze toezegging wil ik gehonoreerd zien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 965