29 FEBRUARI 1996 122 De heer SCHELTENS Valkrust laat ons niet met rust. Om maar meteen advocaat van de duivel te spelen, misschien zijn er mensen die zich afvragen wat wij nu willen. GroenLinks heeft toch een rijke historie op het gebied van monumentenzorg. Nu wordt er een monument opgeknapt en nu doen wij moeilijk. Wij vragen ons af of deze ruïne, dit restant van een gebouw, nog wel een monument is, of dat het dat ooit nog zal worden. Is dit niet meer een kwestie van historiserende nieuwbouw? Zo ja, dan vinden wij het niet terecht dat daarin zoveel subsidies gaan. GroenLinks heeft ook altijd de mond vol, zullen anderen zeggen, over gedifferentieerd bouwen op elke locatie. Alweer advocaat van de duivel: wat zeuren wij dan, appartementen van 700.000,—, 800.000,— en 900.000,-- en dan nog een stulpje van 3,5 miljoen. Als dat niet gedifferentieerd is, wat wil je dan nog meer? En over de bomen niets dan goeds. Maar wat deze artikel 19-procedure betreft, op deze locatie in het bestemmingsplan Ginneken 1954 rust de bestemming bijzondere gebouwen. Nogmaals, als dit geen bijzonder gebouw is, dan weet ik het niet meer. Ik wil het verder serieus houden. Wat ons als fractie het meest dwarszit, is dat er zoveel overheidsgeld gaat zitten in het opknappen van een villa voor particuliere bewoning. Dan praat ik over rijksgelden, provinciale gelden en lokale geldenAls dit soort bedragen gaan zitten in het opknappen van een te restaureren villa, dan vinden wij dat die villa minstens een openbare functie zou moeten hebben. Het mag duidelijk zijn dat wij niet klaar zijn met dit verhaal en dat wij nu moeten constateren dat wij tegen deze procedure zijn. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Misschien dat dit ook een goede ambtswoning voor u zou kunnen zijn. De VOORZITTER Ja, daar zat ik ook al aan te denken. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Wij moeten als raad allemaal een beetje rondkijken. Misschien dat wij tijdens de behandeling van deze stukken ergens een woning voor u kunnen vinden. De VOORZITTER Dat zou fantastisch zijn. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Wij gaan gewoon rustig door. We hebben nog heel wat punten op de agenda staan. Ik wil toch even ingaan op het voorstel zelf. Ik heb al eens eerder gezegd waarvoor wij wel een artikel 19- procedure moeten gebruiken en waarvoor niet. Wat is nu de haast om een stellage, die er al jaren staat, te gaan restaureren? Want dat is het natuurlijk. Uiteindelijk staan er gewoon de stutten, de stellingen die het gebouw dat er ooit heeft gestaan een schaduw geven. Want er is niets meer. Elke steen is weg, verdwenen, er staat helemaal niets meer. En dat moet worden gerestaureerd. Op zich hebben wij geen moeite met een restauratie. Ik kan mij iets voorstellen met dat geld. Dat is een beetje zot, maar dat het gerestaureerd wordt is alleen maar fijn. Maar om daarmee nu zo'n haast te maken door hiervoor een artikel 19-procedure toe te passen, is natuurlijk een ander verhaal Wat is hiervan de urgentie? Die krijg je gewoon niet boven water bij het college. Alles is urgent als het bestemmingsplan niet past. Ik denk dat dit een goede omschrijving is van hoe hier in het college wordt gedacht over urgentie. Dat is natuurlijk een beetje raar, wantje moet gewoon kunnen bestemmen en vooruitzien. Niet alles wat voorbij komt zoëven is urgent. Wij zijn dus principieel tegen het feit dat hierop een artikel 19-procedure wordt losgelaten. Wij vinden dat het bestemmings plan daarvoor veel geschikter zou zijn en wij wachten dat met spanning af. Wij zijn tegen dit voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 122