29 FEBRUARI 1996 134 komt de volgende vraag aan de orde, namelijk of de uitwerking van het instrument de meest juiste is. Als het toch gaat om een bedrag van 10 miljoen is onze fractie van mening datje dan heel goed moet kijken of de wijze van uitwerking technisch ook goed is. Het is bekend dat er wordt gekozen voor een oppervlaktemaat, als objectief gegeven, waarop correctiefactoren worden losgelaten die betrekking hebben op de aard van de voorziening, de bestemming en de ligging. Wij dachten dat het een uitgebalanceerd geheel was, maar ik wil even memoreren dat wij niet de enigen zijn die hierover denken. Een instantie, door de voorzitter van de commissie eergisteren herhaaldelijk genoemd, namelijk de Hoge Raad himself, heeft in december 1995 letterlijk de overwegingen van het hof in dezen overgenomen. In deze overwegingen zegt het hof, en ik citeer heel kort uit het betreffende B-arrest, overigens aangereikt door uw ambtenaren, ik heb dat niet allemaal in mijn eigen bibliotheek kunnen vinden: "de oppervlakte als grondslag is correct, nu aannemelijk is dat andere grondslagen, waarop met name bepaalde insprekers hebben gedoeld, vergelijkbare of grotere bezwaren met zich mee zouden hebben gebracht.Ik dacht dat het college met dit voorstel het gelijk van zelfs de hoogste rechter aan zijn zijde heeft en wat dat betreft zouden wij daaraan niet willen tornen. De heer BOER Ter interruptie. Staat er ook iets over onbebouwde grond, zoals tuinen in het B-gebied? De heer DUBBELMAN Hier staat letterlijk: oppervlakte, in de zin van fysieke oppervlakte, wat dan De heer BOER Maar wordt dat ook zo bedoeld door de Hoge Raad? De heer DUBBELMAN Ik heb het bij me. Ik wil het u graag na afloop van de vergadering laten zien. De heer BOER Neen, ik heb u begrepen. Maar een verkoopoppervlak of een tuin is natuurlijk iets heel anders. De heer DUBBELMAN Het is een oppervlaktemaat, maar wel in combinatie met een objectieve bestemming. Dat is de invalshoek, die is gekozen voor de zaak die in Alkmaar werd uitgevochten en waarbij ook een betrokkene het niet eens was met die grondslag. De Hoge Raad heeft toen de gemeente Alkmaar gelijk gegeven. Wij hanteren in Breda dezelfde systematiek. Bij het enthousiasme over de baatbelasting zou ik bijna het belangrijkste punt vergeten. Wij hopen natuurlijk dat voorrang kan worden gegeven aan de exploitatie-overeenkomst als privaatrechtelijke overeenkomst. Wij constateren namelijk dat de baatbelasting op zich heel begrijpelijk geen hardheidsclausule kent. Daarom is het toch plezierig om de weg te kiezen van de exploitatie-overeenkomst, omdat je dan met de beginselen van de redelijkheid en de billijkheid een heel eind kunt komen en toch ook een soort hardheidsclausule zou kunnen toevoegen. Ik wil mij uiteraard niet namens de fractie in de juristerij verdiepen, al was het alleen maar om de voorzitter van de commissie niet zenuwachtig te maken. Maar als ik alleen al noem dat artikel 14 Wethouder VAN OS Dat valt wel mee, hebben wij geconstateerd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 134