29 FEBRUARI 1996 137 De heer VAN DE STEENOVEN Zelfs u bent niet in staat om precies terug te berekenen of een omzetstijging afhankelijk is van het plaveisel of van de algemene conjunctuur of van welke factor dan ook. Maar de ondernemers hebben het blijkbaar in het verleden wel duidelijk zo gezien. Een beter straatplaveisel zou leiden tot een meer aantrekkelij kebinnenstad en dus tot een grotere omzet. Anders waren zij nooit akkoord gegaan met die 10 miljoen. Dus de ondernemers, die gewend zijn om financieel risico te nemen, zien in ieder geval het voordeel wel. Anders hadden zij hier niet mee ingestemd. Aan de andere kant is het natuurlijk wel zo dat de ene soort onderneming meer voordeel zal hebben dan de andere. Daarvoor bestaat best een redenering, dat zit ook in het voorstelIk zeg dus dat wij moeten proberen die regeling zo eerlijk mogelijk toe te passen, uiteraard binnen de wet. Ik wil afsluiten met mij aan te sluiten bij de suggestie van de heer Dubbelman om met name de mogelijkheden van die exploitatie-overeenkomst te gebruiken om deze regeling zo eerlijk mogelijk in de praktijk te brengen. Ik roep de wethouder op tot de creativiteit om dit te doen. De heer BOER In de commissie heb ik ervoor gepleit om de baatbelasting te bekijken in combinatie met het parkeerbeleid en met de Buitenruimteverordening. Wij pleiten er allang voor om integraal beleid te maken en de zaken niet los van elkaar te zien. De heer Van de Steenoven denkt dat de winkeliers protesteren omdat niemand blij is met een belastingaanslag. Nou, ik ben redelijk blij met een hoge belastingaanslag. Hoe hoger die is, des te meer ik verdien. Daar zit dan een soort baateffect bij. Maar bij deze baatbelasting zien wij geen enkele relatie met de baten. Ik heb zojuist de heer Van de Steenoven geïnterrumpeerd, maar hij heeft het niet kunnen aangeven. Niemand hier in de raad kan aantonen dat de winkeliers baat hebben. De V.B.B. zou beweren van wel, maar ik heb ook andere geluiden gehoord. Men had op een gegeven moment het bod liggen van 20 miljoen en men was zeer blij dat het uiteindelijk maar 10 miljoen is geworden. Dus het was niet zozeer een kwestie van kiezen, maar dat kan ook tactiek van de gemeente zijn geweest De heer SCHRODER U was niet in de commissie Stedelijk Beheermaar ik begrijp dat de heer Zwijsen van de Vereniging Binnenstad bij de commissie is geweest en dat hij z'n bijzondere blijdschap heeft uitgesproken over de opknapbeurt van de binnenstad en daaraan toevoegde dat zij als winkeliers best bereid waren om daarvoor die 10 miljoen op tafel te leggen, want dat was het dubbel en dwars waard. De heer BOER Neen, maar ik ben daar De VOORZITTER Ik heb toch wat bezwaren. U hebt straks een tweede gelegenheid, waarbij u kunt reageren. Dat hoeft toch niet la minute? De heer SCHRODER Voorzitter, u kunt toch niet toestaan dat er onzin wordt verteld? Wethouder VAN OS Dat had ik ook nog wel verteld. De VOORZITTER Precies. Daar hebben wij de wethouder voor.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 137