29 FEBRUARI 1996 139 en te onderhouden. Nu vraagt men aan de bewoners om daarvoor extra belasting te betalen. Dat gaat dwars tegen alle gevoel van rechtvaardigheid in. Want het gevaar bestaat dat dit idee van de gemeente zich verder gaat uitbreiden in de stadStel dat wij op de Graaf Hendrik III-laan nieuwe lantaarnpalen gaan plaatsen. Dan zegt de gemeente dat de bewoners daar baat bij hebben en dan moeten zij misschien wel 500,-- of 300,-- gaan betalen. Ook bij de aanleg van een nieuwe groenvoorziening of van een nieuw wegdek De VOORZITTER Zo kunt u zeker nog wel even doorgaan? De heer HEEREN Ja, maar ik Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ter interruptie. Mijnheer Heeren, als ik u was zou ik ophouden, want volgens mij brengt u het college op goede ideeën. De VOORZITTER Dat is heel gevaarlijk. De heer HEEREN Ja, dat is het inderdaad. Maar ik wil het gevaar en de onrechtvaardigheid van deze baatbelasting aangeven. De CD-fractie zal tegen dit voorstel stemmen. Wethouder VAN OS Ik denk dat het goed is dat ik de raad mededeel dat er vanmiddag nog een brief is ontvangen van de ondernemers en de eigenaren van de panden in de Veemarktstraat. Zij gaan wederom in op de discussie rond de A- en B-locaties, de wijze van inspraak, niet alle eigenaars zouden zijn benaderd, en de wijze waarop men wel ofnietzou zijn uitgenodigd voor de commissievergadering. Zij vragen ons dit voorstel terug te nemen. Het college heeft besloten dat niet te doen. Ik heb behoefte om even in te gaan op de discussie over het baat hebben. Ik denk dat de gemeente Breda met deze wijze van aanpak, niet alleen pratend met de V.B.B. maar met alle ondernemers destijds in het Turfschip, een goede stap heeft gezet om die binnenstad een goede impuls te geven en verder op te krikken. Toen ging het niet alleen over de bestrating. Het ging ook over riolering, baatbelasting, parkeren, buitenruimte en zelfs over beheer, mijnheer Boer. Ik denk dat het een toonbeeld is van de wijze waarop wij integraal met de binnenstad bezig zijn en ook met de ondernemers in die binnenstad. In relatie tot uw aanname over het parkeren zou ik u willen verwijzen naar het D.P.O., waarin iets wordt gezegd over géén omzetdaling in relatie tot het parkeerbeleid. Als het gaat om het baat hebben gaf ook de heer Schroder al aan hoe de V.B.B. samen met andere ondernemers laten weten dat de binnenstad op deze wijze de goede kant opgaat. Is er direct baat? Ja, wellicht is de omzetdaling daardoor alleen al minder en dan is er dus ook sprake van baat. Zo kun je een heleboel redeneringen opbouwen. De ondernemers zijn in ieder geval zeer tevreden met de richting die samen met de gemeente is ingezet. Ik denk dat wij op die weg moeten doorgaan. Ik denk dat het goed is dat de ondernemers 10 miljoen betalen en dat daarmee een goede bijdrage aan die binnenstad wordt geleverd. Laten wij hen daar dankbaar voor zijn, ondanks alle onderhandelingsprocessen die daarvoor hebben plaatsgevonden. Dit is het resultaat en daarmee zijn wij bezig in die binnenstad. Als het gaat om de heffingsgrondslag wil ik u nogmaals wijzen op het feit dat het natuurlijk wel juridisch waterdicht moet zijn, omdat wij die 10 miljoen inderdaad binnen moeten krijgen. Anders hebben wij als gemeente natuurlijk een behoorlijk probleem. Vandaar de heffingsmaatstaf, zoals die is gekozen en niet de andere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 139