27 MAART 1996 155 worden uitgevoerd. Voorts zal er inspanning moeten worden geleverd om de organisatiegraad in de verschillende wijken en buurten te verhogen, zodat klankborden kunnen ontstaan waarmee goed overleg kan worden gevoerdHoe denkt u dit aan te pakken? Ik kom nu bij het punt openbare orde. Zoals uit de burger-enquête blijkt is het gevoel van onveiligheid nog geen halt toegeroepen in Breda. Integendeel zelfs. Meer dan de helft van de bewoners voelt zich wel eens onveilig en dat is een ernstige zaak. De integrale veiligheidsnota laat nog op zich wachten. De ingrediënten zijn reeds besproken. Bij de begrotingsbehandelingen het afgelopen najaar, hebben wij enkele suggesties gedaan op het gebied van criminaliteitspreventie. Het ging daarbij met name om de samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven in het voorkomen van criminaliteit. Wat is hiermee tot nu toe gedaan? Een heel heikel punt, met voorjaarskolder en dergelijke, is het drugs beleid. Wat dat betreft mag duidelijk zijn, dat wij niet voorbij kunnen gaan aan wat landelijk op dit gebied wordt geregeld. Het risico van de groei van en de overlast door het drugsgebruik kan in onze ogen op twee manieren worden aangepakt. Op de eerste plaats zal het toezicht op de verkooppunten moeten worden verscherpt, waarbij alle vormen van overlast moeten worden teruggedrongen. Op de tweede plaats, en nu komt het, moeten wij eens overwegen om geheel of gedeeltelijk de verkoop van soft drugs in gemeentehanden te krijgen. Op deze wijze wordt voorkomen dat dehandel de illegaliteit ingaat, en kan controleen handhaving beter ter hand worden genomen. Daarbij kan mogelijk, samen met het CAD, gezorgd worden voor opvang en begeleiding van gebruikersAan deze aanpak zullen voor- en nadelen kleven, maar een open discussie hierover willen wij niet uit de weg gaan, en bij de behandeling van de Drugsnota van Breda komen wij hierop terug. Een reactie van uw kant is nu welkom. Over de handhaving in zijn algemeenheid komen wij binnenkort nog te spreken in de commissie Algemene Zaken. Maar nu past, wat ons betreft, al de opmerking dat het met die handhaving toch droevig staat gesteld. Er zal hard moeten worden gewerkt om met name de coördinatie op dit gebied te verbeteren, om zo het gevoel van veiligheid terug te brengen in de stadDe kwaliteit van de woon- en leefomgeving heeft voortdurend onze aandacht nodig. Dit vraagt ook om een goede handhaving op het gebied van ruimtelijke ordening, maar zeker ook op het gebied van milieunormen, voor zowel het stedelijk gebied als voor de kwaliteit van het buitengebied. Wat de binnenstad betreft zullen wij dit jaar nog enkele knopen moeten doorhakken. Beslissingen over het openbaar vervoer, de afwikkeling van het autoverkeer, de volgende fase rond het plan van de Oost-Westflank, zijn daarvan een paar voorbeelden. Voor wat betreft de invulling van het Chasséterrein zijn wij optimistisch gestemd. In dat totale verhaal past wat ons betreft een open haven. Wil het college een onderzoek starten naar Europese subsidies om dit mogelijk te maken? Op het gebied van SAW hebben wij op dit moment één hartekreet: wanneer kunnen wij zwemmen in het nieuwe zwembad? Mijn volgende punt is financiën. Het financiële beeld dat in deze kadernota wordt gepresenteerd zouden wij willen karakteriseren als afgewogen en realistisch. Met name de financiële beleidsruimte, die aan de nieuwe raad wordt geboden, is zeer behoorlijk. De nieuwe wijze van presenteren van cijfers, het opbouwen van het financiële beeld op basis van alle gemeentelijk inkomsten en uitgaven, spreekt ons zeer aan. Wij zijn van mening dat hiermee een belangrijke aanzet is gegeven tot een meer bedrijfsmatige opzet van de gemeentelijke "financiële boekhouding". Over de ontwikkeling van het meerja renperspectief zijnwij optimistisch. Toch wijzen wij erop dat er ontwikkelingenzijn waar te nemen, die wel degelijk risico's en onzekerheden met zich meebrengen. Te denken valt bijvoorbeeld aan de gemeentelijke herindeling, de gaswinstuitkeringvan de PNEM enhet steeds moeilijker invullen van bezuinigingsvoorstellen. Het uitstellen van bezuinigingen van de diensten RME en SAW zijn hiervan een voorbeeld, waarmee we overigens op dit moment goed kunnen leven. Dit mag echter geen trend worden. Andere diensten hebben immers hun uiterste best gedaan om ook de bezuinigingsopdrachten goed in te vullen. Dit leidt er des te meer toe dat, naar de mening van D66, aan de uitgestelde kerntakendiscussie niet valt te ontkomen. Zeker niet in de laatste plaats tegen de achtergrond van het meerjarenperspectief. Rest ons, wat financiën betreft, onze waardering uit te spreken voor het Meerjareninvesteringsplan. Het is een afgewogen en evenwichtig stuk,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 155