27 MAART 1996 172 De VOORZITTER Gelukkig. Ik proefde dat heel even, maar ik ben blij dat dat ogenblikkelijk wordt ingetrokken, dan hoef ik daarop niet te reageren. De heer TAKS U lijkt misschien angstig, volgens sommige partijen, om de discussie aan te gaan. Maar dat geldt voor de VVD in ieder geval niet. De VOORZITTER U weet dat ik niet van interrumperen houd, maar als u mij steuntOp de vraag wat er is gebeurd met de suggesties van D66 van het vorig jaar over veiligheid kan ik op dit moment niet ingaan, gelet op het feit dat ik daar niet bij was en dus ook niet wist dat er suggesties waren gedaan. Te gelener tijd zal ik daarop terugkomen. Ik denk dat ik hiermee op alle punten ben ingegaan. De heer HEEREN Voorzitter, als u mij toestaat: is het college nog steeds bereid om ten aanzien van het coffeeshop- beleid de landelijke richtlijnen te blijven volgen? De VOORZITTER Ik heb gezegd dat ik daarop terugkom in de commissie bij de behandeling van de Drugsnota. Wethouder DE BRUIJN Diverse sprekers hebben het over de nieuwe bouwlocaties gehad. De heer Adank maakte zich zorgen over de naar zijn mening nogal overheersende rolen ik neem aan dat hij dan bedoelt dat die binnen het Bredase Stadskantoor plaatsvindt, bij de ontwikkeling van die locaties. Tot nu toe moet ik constateren dat een en ander zowel ambtelijk als bestuurlijk in overleg met elkaar gaat. En als we er in dat overleg niet uitkomen, dan hebben we altijd nog de Provincie om als wijze ziener daarover een oordeel te vellen. Het is niet zo dat wij in een donker hokje gaan zitten en zeggen: geachte buurgemeenten, dit moet maar gebeuren. Ambtelijk bestaat de voorbereidingsclub uit ambtenaren van de verschillende gemeenten van de locaties waarover het gaat en bestuurlijk wordt dat, voor zover er sprake is van een bestuurlijke betrokkenheid, gezamenlijk kortgesloten. Het is geen overval in de zin dat Breda even de grote broek gaat aantrekken. We constateren ook dat de verschillende gemeenteraden van de gemeenten waarover we nu praten nadrukkelijk ook hun eigen verantwoordelijkheden in dit totale proces hebben. Overigens geldt dat op dit moment nog voor de locaties Teteringen en IJpelaar Zuid-Oost. Daarover zijnde contacten met de buurgemeen ten goed. Wat betreft het punt om het milieu niet te zwaar te belasten denk ik dat mevrouw Heerkens daarin volledig gelijk heeft. Ik moet alleen constateren datje altijd een afweging zult moeten maken, dat elke woning die je bouwt, zeker in de uitbreidingslocaties, altijd een aanslag doet op het milieu en ik ben het ermee eens dat je een heel zorgvuldige afweging moet maken. Ik denk dat alle onderzoeken die we tot nu toe hebben gepleegd, ook bijvoorbeeld in de locatie Teteringen, nadrukkelijk een basis zijn voor het belang van het milieu. In de richting van GroenLinks wil ik daarover zeggen, dat het milieu uiteraard een essentiële voorwaarde is om te kijken waar je exact kunt bouwen. Om nu al te zeggen of er wel of geen brede zone moet tussen Teteringen en Breda, merk ik op dat dat ook met de milieuaspecten heeft te maken, naast natuurlijk de ruimtelijke claims die er liggen. Maar ik denk dat milieu bij de uitbreidingslocaties een van de leidende motieven zal zijn om de locatie goed in te vullen. Per locatie komen we daarop nog terug en dan kunt u zien welke onderzoeken er dienaangaande zijn gehouden. Het uitgangspunt dat GroenLinks inneemt voor de uitbreidingslocaties, kunnen wij grotendeels onderschrijven. Het duurzaam en aanpasbaar bouwen wordt vanaf dit moment voor de bouwlocatie Westerpark standaard opgenomen. En dat geldt ook voor het betaalbaar en gedifferentieerd bouwen. Met de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 172