27 MAART 1996
175
De VOORZITTER
Ik geef nu het woord aan wethouder Van Dongen, die twee portefeuilles achter elkaar behandelt.
Wethouder VAN DONGEN
Ik zal eerst de onderdelen van collega Van Raak behartigen en daarna ga ik naar de onderdelen
van mijn eigen portefeuille. Ten aanzien van het sociale woon- en leefklimaat in de wijken en
buurten van Breda, waarover diverse sprekers spraken, het volgende. We zullen op twee aspecten
in dat kader nader terugkomen. U weet dat er nog een aantal experimenten loopt in het kader van
de sociale vernieuwingen ten aanzien van het buurtbudget en de samenwerking. Binnenkort komen
wij bij u terug over de stand van zaken met betrekking tot het Bredase sociale vernieuwingsbeleid
In het kader van de budgettoekenning, in relatie tot het Gemeentefonds, zullen we dienaangaande
de komende jaren verder een eigen beleid moeten voeren. Mijn collega's aan mijn linker- en
rechterzijde zullen daarop ook nog terugkomen in relatie tot het districtsgewijze werken. Beide
thema's maken ook een belangrijk onderdeel uit van het grote stedenbeleid, zowel ten aanzien
van het sociale klimaat als de fysieke woonomgeving, die elkaar ook nog beïnvloeden als het gaat
om ruimte en leefbaarheid in die wijken. Met betrekking tot de zwembaden het volgende. Volgende
week praten we verder over het zwembadenbeleid. Naar verwachting zal het gerenoveerde
Wolfslaar, ijs en weder dienende, 25 mei worden geopend. Het eerste nieuwe overdekte zwembad
zal in 1998 worden geopend. Allen hebben gesproken over het armoedebeleid. Eerst wil ik ingaan
op de toepassing van de regels uit de Bijstandsverordening en uit de Bijzondere Bijstand. De vorige
raad heeft het Beleidsplan Algemene Bijstand vastgesteld. Bij de MARAP zal worden aangegeven
wat daarmee de ervaringen zijn en wat dat voor de toekomst betekent. In het kader van de herin
deling zullen we over de bijstelling van de verordeningen en het beleid moeten praten, en als dat
nodig is kunnen de ervaringen op basis van de MARAP indicaties opleveren voor bijstelling. Maar
als het beleid nu goed is, dan hoeven wij dat niet bij te stellen. In datzelfde kader zullen we in
de nota Armoedebeleid ook ingaan op de ruimte die de wettelijke mogelijkheden en de interpretatie
daarvan ons kan bieden in het kader van de toepassing voor specifieke categorieën en doelstellingen,
naast de mogelijkheden die het landelijk beleid ons hopelijk in het kader van het armoedebeleid
gaat bieden. Wij zullen proberen om dat ook integraal in de nota Armoedebeleid aan te geven.
De nota zal ruim de inspraak ingaan, en het overleg met alle betrokken organisaties zal daarin
zodanig terugkomen dat u een stevige basis heeft om het beleid voor de toekomst daarop af te
stemmen, binnen de middelen die wij in dat kader hebben gekregen. Die totale opzet komt dit
voorjaar in uw richting. Ten aanzien van het R.B. A. hebben wij met twee zaken te maken. Ten
eerste: het R.B.A. heeft bezuinigingen opgelegd gekregen. Gedeeltelijk hebben we middelen
teruggekregen viahet grote stedenbeleid, maar wij zijnweer verplichtom in te kopenbij het R.B. A.
Dat beperkt weer onze vrijheid. Binnenkort zullen wij met het R.B.A. een overeenkomst aangaan
inzake welke produkten wij voor welke prijs krijgen. We zullen dan ook kunnen aangeven wat
voor consequenties dat heeft voor het totale budget dat wij voor scholing hebben en wat we daarmee
kunnen doen. Dat heeft nogal wat consequenties, ook als we verder praten over de beleidsmatige
maatregelen waarmee het R.B.A. bezig is ten aanzien van de totale scholingssituatie. Wij zullen
binnen de gemeente moeten kijken wat dat betekent voor de positie van het R.BSmaar dat geldt
voor alle andere relaties naar de volwasseneneducatie en hoe dat daarmee samenhangt. Ten aanzien
van het arbeidsmarktbeleid komen wij de komende maanden bij u terug met de totale stand van
zaken van ons arbeidsmarktbeleid. Dat geldt zowel voor de positionering binnen de organisatie,
als voor de beleidsmaatregelen. De komende weken zal er hard aan worden getrokken om ook
de invulling van de Melkertbanen en het perspectief daarvan zichtbaar te maken, zowel voor wat
betreft de aantallen, als de betrokken organisaties, als de functies. Want we hebben daarvoor een
taakstelling te gaan, en we hebben daarvoor ook contracten getekend. Dit jaar spreken we dan
over 46 Melkert-1-banen en 122 Melkert-2-banen. Op het jeugd- en jongerenbeleid bent u allen
ingegaan. Op dit moment is de beleidsnota Jeugd- en jongerenbeleid in procedure. In het kader