27 MAART 1996 178 om te komen tot een nieuwe Inspraakverordening door mij gesteld. Het kan natuurlijk niet zo zijn, zoals u dat zei, dat daarop 15 maanden moet worden gewacht. Voor een deel is het ook een cultuur aspect, en het is van belang dat er normaal wordt gereageerd. Ik wil u erop wijzen dat wij bezig zijn met een verdere automatisering van de hele postvoortgang en de bewaking daaromtrent. Wij zullen de mogelijkheden van bijvoorbeeld ontvangstbevestigingen daarbij gaan inbouwen. Ook in de Inspraakverordening zijn de termijnen veel nadrukkelijker vastgelegd dan tot nu toe en kunnen wij dat ook beter bewaken. Overigens wil ik u wel wijzen op de stijgende lijn, die ook uit de burgerenquête is te halen, over de wijze waarop we daarmee omgaan. Wat dat betreft denk ik dat dat evenwicht wel moet worden genoemd. Hetzelfde geldt in de richting van de fractie van D66 als het gaat om geautomatiseerde informatieverstrekking. Wij zijn bezig om te kijken wat wij kunnen aanbieden via Internet. De algemene informatie over de gemeente kan bij de meldpunten worden gevraagd. Wij zijn ook bezig om alle systemen, waaronder de postvoortgangssystemen en de bestuurlijke modules, op afstand zichtbaar te kunnen maken. Maar dat heeft enige tijd nodig, omdat wij met elkaar hebben afgesproken dat wij daarin geen grote bedragen gaan investeren. Bijzonder is in dit verband weer de gemeentelijke herindeling, omdat wij ook daar met elkaar aan het kijken zijn hoe de informatievoorziening vanuit het huidige Stadskantoor Breda niet alleen aan de meldpunten, maar ook aan de huidige gemeentehuizen van de omliggende gemeenten zou moeten worden gekoppeld. Ook daar wordt geïnventariseerd wat er nodig is. Het geautomatiseerd ter visie leggen van bestemmingsplannen is een zaak die wat moeilijk ligt. Daar zijn wij, denk ik, nog niet aan toe. Ten aanzien van het districtsgewijze werken denk ik dat de heer Adank het op de juiste manier verwoordt als hij zegt: dat moet niet tot bureaucratie leiden. Ik wil er nadruk kelijk op wijzen dat de meldpunten nu overal operationeel zijn en dat de zaak van zijnde aanspreekpunt een hogere prioriteit had dan de modernisering van de districtsposten. Want in de meldpunten komen we de inwoners van de stad tegen. Wij zijn bezig, en dat in de richting van D66, om dat verder uit te bouwen en te zoeken naar hoe wij de budgetbestedingsmogelijkheden verder kunnen decentraliseren in de richting van de districttrojka's. Hetzelfde kan ik zeggen als het gaat om de organisatiegraad in de buurten en wijken. Wij moeten nadrukkelijk de huidige structuren respecteren. Wij zijn die aan het inventariseren, dat gebeurt ook in het kader van de herindeling. U weet dat er ook in de omliggende gemeenten allerlei structuren aan de orde zijn. En juistdaar moeten wij de mogelijkheden zoeken om de pluspunten van al die structurenbij elkaar te krijgen. In de richting van de VVD hoop ik dat u het mij niet kwalijk neemt als ik zeg dat ik uw benadering wat eenzijdig vind waar u zegt dat de risico- en reservepositie verslechteren en waar u het bedrag van 3,8 miljoen noemt, want dan moet u natuurlijk ook zeggen dat aan de andere kant het aantal risico's beperkt is. Dus in die verhouding is het, denk ik, minder achteruit gegaan dan zoals u dat aangeeft. In de richting van GroenLinks wil ik zeggen dat wij geen voorstander zijn van allerlei aparte fondsvormingen. Wat ons betreft is het totaalbeeld dat in het investeringsprogramma wordt aangegeven belangrijker, ook voor de voorzieningen voor het langzaam verkeer. En dan gaat het er niet om uit wat voor potje dat zou moeten komen. Het belang dat wij hechten aan de financiële middelen rond het langzaam verkeer kunt u ook uit dat investeringsplan afleiden. Naar aanleiding van uw motie over het Chassé Theater het volgende. Inderdaad, u beschikt nog niet over een definitieve afrekening van de bouwUw beschikt wel over een soort 98%-afrekening. U heeft bij de begroting een ander bedrag vastgesteld dan de 6,4 miljoen in uw motie. Wat dat betreft heb ik geen behoefte aan die motie, want u bent ook op de hoogte van de werkelijke situatie die, zeker voor dit jaar, de nodige risico's rond de exploitatie met zich meebrengt. Mevrouw Heerkens sprak over het verder oprekken van de kwijtscheldings norm. Bij de discussie over het oprekken van de kwijtscheldingsnorm naar 90% hebben wij aange geven dat dat het einde is in het kader van onze budgettaire ruimte. Wij hebben illegaal het maximale gebruikt, zoals u weet. Als we dat naar 100% gaan oprekken, dan krijgen we de discussie over wie en waaruit dat moet worden betaald. Ik neem aan dat de nieuwe raad dan ook kijkt of zij daarvoor ruimte ziet, bijvoorbeeld uit de posten nieuw beleid, die wij zeer bewust voor die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 178