27 MAART 1996 dat een correctief of een adviserend referendum zinvol is, dan willen wij die discussie best nog eens aangaan. Maar als ik het boekje van de burgerenquête goed bekijk, overigens een duidelijk en goed verhaal, dan staat ten aanzien van de ervaringsgegevens daarin heel nadrukkelijk dat wij zullen inzetten op de kwaliteit van de informatieavonden in de wijken en op de districtsmeldpunten. In die zin ondersteunt het ook wethouder Van Os. Die meldpunten zijn uitermate belangrijk. Dat zijn de eerste twee, en dan komt het referendum. Er ontbreekt in de kwaliteit nog het een en ander aan 1 en 2. Ik denk datje eerst 1 en 2 goed moet doen. Lukt dat niet, om welke moverende reden dan ook, dan moeten wij een keer naar3 kijken en dankomthet referendum wellichtlangzamerhand in beeld. Maar tegen die tijd zien we wel weer. Het Bredase netwerk Marge in Beeld, en dat in de richting van wethouder De Bruijn, heeft een onderzoek gedaan naar betaalbare koopwoningen en dat zal vrijdag worden aangeboden. In het verleden heb ik mij daarover al wat uitgebreider laten informeren. Ik denk dat het een uitstekend initiatief is, zeker om betaalbare koopwoningen te realiseren. En ik hoop, zonder nu daarover een verwachting uit te spreken, dat het college dit initiatief, mogelijk met andere partijen, serieus gaat nemen. Graag hoor ik daarover nog iets van het college. Met betrekking tot het amendement van de Partij van de Arbeid het volgende. Hoe sympathiek dit amendement ook is, toch denken wij, als het gaat om het jeugd- en jongerenbeleid, meer aan een totaalbeleid. De jeugd- en jongerenproblematiek is voor ons ook erg belangrijk en wij willen dat graag aan het eind van het jaar in een totaalbeleid zien. Ik dacht dat de wethouder namens het college toch een toezegging heeft gedaan, die wellicht straks structureel en kwalitatief meer inhoudt dan de 100.000,— die nu van het college wordt gevraagd. Als het gaat over de projecten in het kader van het jeugd- en jongerenbeleid dan verzoek ik het college om ook duidelijk mee te nemen: 1om welke projecten het gaat, 2. de raad besluit over de projecten, 3. in de tijd gelimiteerd en 4. geen verplichtingen als het gaat om personeel, wachtgeldconsequenties et cetera, en met een minimale overhead. Voorzitter, in de commissie Algemene Zaken hebben we inderdaad even gesproken over de projectorganisatie. U had er achtergezet "ter bespreking"dus wij dachten: nu kunnen we eindelijk over wat we in december hebben gevraagd gaan discussiëren. Wat gebeurt er vervolgens? De burgemeester staat op, met in het wervelende kielzog ook mevrouw Croft, om zich naar Oosterhout te spoeden. Wij dachten: wij mogen straks politiek over de herindeling spre ken, maar dat was niet meer aan de orde. Daarom hoop ik dat dat onderwerp voor de volgende commissie Algemene Zaken nog een keer wordt geagendeerdWant u verdween toen van het toneel in de commissiekamer, en dat Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Bij interruptie. Mijnheer Adank, waarom bent u toen niet gekomen om eens te luisteren naar wat de bewoners van de randgemeenten te vertellen hadden? De heer ADANK Ik dacht, dat duo is zo sterk. Bovendien hadden wij ook de commissie Algemene Zaken, maar die was voor u minder interessant dan het toespreken van de bevolking en de Kamerleden in Oosterhout. En dan komt uw collega. Die vindt de herindeling zo belangrijk, die heeft daar als Marieke van Nimwegen op tafel staan verkondigen hoe het mogelijk is dat een herindeling zomaar kan en dat dorpen bij Breda worden gevoegd. En nu gaat de heer Verpaalen net in het defensief over de herindeling. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Dan heeft u niet goed geluisterd. Wij hebben heel duidelijk aan de orde gebracht dat het belangrijk is datje weet waarover je praat in de toekomst. Die herindeling ligt buiten onze besluitvorming. Laten we dienaangaande duidelijk wezen. 181

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 181