27 MAART 1996
De VOORZITTER
U krijgt dadelijk het woord, mevrouw.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Voorzitter, dit is een antwoord op een interruptie en dat is te doen gebruikelijk.
De VOORZITTER
Neen, neen, neen.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Natuurlijk wel.
De VOORZITTER
U krijgt nog de gelegenheid om een antwoord te geven. De heer Adank is nu aan het spreken.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Voorzitter, ik heb mij toch Voorzitter, ik vind het ook heel jammer dat ik geen antwoord
De VOORZITTER
Mevrouw Croft, ik ontneem u het woord.
De heer ADANK
De opmerkingen van wethouder Van Dongen heb ik goed begrepen, ik heb daarop zojuist
gereageerd. Dat geldt ook voor de opmerkingen van wethouder De Bruijn. Ik onderschrijf de
opmerkingen van wethouder Van Os. Bovendien wil ik hem danken voor het vele werk aan de
kadernota en voor de brief in het NG-magazine, waarin hij nog eens heel nadrukkelijk, al is het
dan zelfs functioneel, maar terecht reageert op de opmerkingen van een voormalige tijdelijke
projectmanager, die toch onwaar gemekker in een tijdschrift had geuit. Daarop is door de wethouder
heel alert gereageerd, en ik hoop dat dat namens het college is gebeurd. Wethouder Gielen zegt
dat hij binnenkort een overleg heeft met alle besturen. Ik vind dat uitstekend. Hij nam daarbij ook
de huisvesting in de mond. Mijn persoonlijke mening, en dat is toch ook wel de mening van mijn
fractie, is dat wij moeten uitkijken als het gaat om de decentralisatie van de huisvesting. Met de
maatschappelijke decentralisatie van het onderwijs kunnen wij een heel eind meegaan, ook onder
wijsinhoudelijk. Kwalitatief zeg ik, dat hoortbij de besturenzelf thuis, en waar het omhet openbaar
onderwijs gaat, bij de commissie. Ze kunnen elkaar natuurlijk op heel veel punten vinden. Ten
aanzien van de huisvesting moeten we enige voorzichtigheid in acht nemen.
De heer DE LEEUW
Voorzitter, u heeft ons voorstel inzake de bestrijding van de overlast van drugs als een creatief
idee betiteld en daarmee zegt u dat u er niet afwijzend tegenover staat. In mei zullen wij daarop
terugkomen en wij hopen dat wij het van onze kant voor u wat verder uitgewerkt op papier hebben
staan.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Bij interruptie, mijnheer De Leeuw. Voorzitter, ik mag toch wel een interruptie in de richting
van de heer De Leeuw plaatsen? Hij vertegenwoordigt een andere partij. Of mag ik maar één
interruptie in de hele tweede termijn plaatsen?
De VOORZITTER
Dat was geen interruptie, u begon met een betoog.
182