27 MAART 1996 183 Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Neen, ik gaf antwoord op een opmerking van de heer Adank. Maar nu gaat het om mijnheer De Leeuw. Mijnheer De Leeuw, als die drugsideeën van u zo aan de orde zijn, bent u dan ook van plan een referendum te houden over hoe de Bredanaars zich daaronder voelen en of zij ook vinden dat er gemeentelijke coffeeshops moeten komen, met een mooie subsidie? De VOORZITTER Wij gaan die discussie in de commissie aan. Dat heb ik beloofd. En ik zou willen voorstellen Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Het is een vraag, voorzitter. Een schot voor de boeg. De heer DE LEEUW Voorzitter, dit is geen vraag, dit is demagogie. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Neen, dit is gewoon een vraag. Ik wil hem ook wel schriftelijk stellen. De VOORZITTER De heer De Leeuw heeft het woord en laat hem nu even ongestoord vertellen. U krijgt nog alle gelegenheid om daarop in vijf minuten te reageren. De heer DE LEEUW Wat het jeugd- en jongerenbeleid betreft het volgende. Hebben wij het goed begrepen dat het college in feite nu stelt, dat als de bestaande middelen en de middelen voor het grote stedenbeleid niet toereikend blijken om straks adequaat de Jeugd- en jongerennota uit te voeren, dat dan bij de begroting wordt bekeken om daarvoor extra middelen vrij te maken? Als dat zo is, als we het zo mogen vertalen, dan kunnen wij daarmee zeer zeker leven. Ten aanzien van de aan te bieden geautomatiseerde informatievoorziening begrijpen wij dat dat niet in één keer in al zijn hoedanigheid kan, maar het gaat er ons om wanneer daarmee wordt begonnen. Dat zal natuurlijk beetje bij beetje op gang komen. In de richting van het CDA over het referendum het volgende. Bij deze algemene beschouwingen heb ik er niet over gesproken, maar vragen over gesteld en ik vind het fijn dat de heer Adank daarop reageert. Maar als hij dan een interpretatie geeft van de uitslag van de burgerenquête, dan moet hij ook eens kijken wat daarin precies staat. Het staat op de derde plaats als het gaat om de vraag ernaar, maar het staat op de eerste plaats als de mensen er gebruik van willen maken. Daar scoort die namelijk het hoogst. Je hoeft het niet eerst allemaal helemaal perfect te doen, want dat lukt nooit iemand. Je kunt alle middelen samen gebruiken en die maken het steeds perfecter. Wat de moties en het amendement betreft het volgende. Met betrekking tot de motie inzake het exploitatietekort van het Chassé Theater denk ik dat de wethouder duidelijk heeft gemaakt dat dat mogelijk is. Op de motie inzake de woningcorporaties en de huurverhoging is het college voldoende ingegaan en over de motie inzake de consequentie van rechtsongelijkheid bij de O.Z.B. heeft de wethouder Middelen heel duidelijk gezegd dat hij die gedachte daarover wil meenemen. Ik denk dat die motie daarmee ook voldoende is beantwoord. De heer TAKS Toen ik in mijn eerste termijn mijn spreektijd dreigde te overschrijden was ik van plan juist enkele opmerkingen te maken over het jeugd- en jongerenbeleid. Dat zouden een positieve en een negatieve opmerking zijn geworden. Ik zal ze nu alsnog maken. De positieve opmerking betreft het feit dat in het Meerjareninvesteringsplan geld is opgenomen voor de nieuwbouw en verbetering van scoutinghuisvesting, waarover bij de begrotingsbehandelingen is gesproken. Negatief vinden wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 183