27 MAART 1996 184 het feit dat het college echt veel moeite heeft met het formuleren van het beleid ten aanzien van het jeugd- en jongerenbeleid. Wij hadden ook wat twijfels over de bezuinigingstaakstelling van 100.000,--. Maar ik begrijp uit de woorden van wethouder Van Dongen dat het college met een nota komt over het jeugd- en jongerenbeleid, die een antwoord geeft op alle vragen, waardoor zelfs het amendement van de PvdA overbodig zou worden. Als dat zo is, dan hebben wij uiteraard geen moeite om het college te volgen. De strekking van het amendement van de PvdA kwam ons sympathiek over, alleen hadden wij grote moeite met de dekking. De dekking was voorzien in het overschot op de begroting van het volgend jaar. Maar dat zou betekenen dat de ruimte die daar was toegedacht aan de opvang van de kosten van de herindeling zou worden gesnoeid met 100.000,—. Dat vonden ook wij erg riskant. Als het amendement om die reden van de baan is, dan lijkt ons dat een goede zaak. Wij vertrouwen erop dat het college in ieder geval het probleem oplost in de aangekondigde beleidsnota. Wij hebben al eerder onze bezorgdheid uitgesproken over de onderhoudstoestand van de openbare ruimte en de zware bezuinigingstaakstelling op het onderhoud. Gelet op de hoge kosten van het districtsgewijze werken, waarmee wij het overigens wel eens zijn, vragen wij ons af of er met betrekking tot het onderhoud van de openbare ruimte niet een spanningsveld dreigt te ontstaan tussen het vraaggericht werken via de districten en de planmatige aanpak van het onderhoud. Hoe denkt het college over deze aangelegenheid? Wat het woningbouwbeleid betreft hadden wij een aantal opmerkingen willen maken over de toekomstige woningbouwlocaties. Dat onderwerp is goeddeels reeds aan de orde geweest. De wethouder weet heel goed dat de VVD het in ieder geval niet eens is met het BastionmodelDat heeft hij heel goed begrepen en dat is dan ook geen punt waarop wij verder willen ingaan. Wat betreft het grondbeleid constateren wij dat de heer Adank zich zorgen maakt over het liberale gehalte van het VVD-stand- punt over het grondbeleid. Ik denk dat die bezorgdheid overbodig is. De VVD heeft altijd een heel duidelijk standpunt dat, volgens mij, zeer wel spoort met haar liberale inzicht, hoewel het misschien niet altijd precies hetzelfde standpunt is dat de Kamerfractie inneemt. Maar dat is binnen de VVD niet geheel en al ongebruikelijk. Een knelpunt vormt de snelle stijging van de grondprijs, die wordt veroorzaakt door het aankoopbeleid van particuliere ontwikkelaars. De VVD hecht, mijnheer Adank, aan particulier ondernemerschap, ook op dat terrein. Maar het mag natuurlijk nietzo zijn dat de rol van de gemeente wordtteruggedrongen tot louter wat nazorg. Publiek-private- samenwerking betekent naar onze mening dat het ontwikkelen van bouwlocaties bij uitstek een gemeentelijke taak is, in samenwerking met de private partners: gemeente en ondernemers als gelijkwaardige samenwerkingspartners. Nu lijkt de gemeente toch te vaak met de rug tegen de muur te staan en dat is slecht voor het belang van de volkshuisvesting. Misschien is dat ook de reden waarom het college zo weinig haast heeft gemaakt met de nota Grondbeleid. Die komt binnenkort in de gemeenteraad en wij wachten die met grote spanning af. Die nota zal antwoord geven op alle vragen. Met betrekking tot de drie moties van GroenLinks het volgende. De motie inzake het Chassé Theater spoort niet met onze inzichten, en wij veronderstellen dat dat bekend is. Wij zijn wat dat betreft een stukje toleranter dan GroenLinks. Het probleem dat in de motie overdeO.Z.B. wordtgesignaleerd, wordtdooronsookalszodaniggevoeld. Wij hebben sympathie voor hetgeen er wordt gevraagd. Het antwoord van het college, dat een en ander bij de Armoedenota aan de orde zal komen, overtuigt ons voldoende, en daarom hebben wij er geen behoefte aan deze motie te steunen. Over de motie inzake de huurontwikkelingen zeggen wij dat het huurbeleid als zodanig in eerste instantie geen gemeentelijke zaak is, en om die reden wijzen wij die motie af. De heer SCHRODER Te verwachten was dat de behandeling van deze kadernota weinig vuurwerkzou opleveren, vooral omdat het een voorzichtige kadernota is, want er komt straks een nieuwe raad die het beleid openieuw moet vaststellen en gaan uitvoeren. Het enige vuurwerk dat is ingebracht, komt van de fractie van D66, waar de fractievoorzitter de knuppel in het hoenderhok gooide voor wat betreft de orde van de vergaderingen. Wat ik hem kwalijk neem is dat hij daarmee de hele oppositie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 184