27 MAART 1996 189 jaar ook heb betoogd. We hebben gezien dat met de rekenrente kan worden gemanipuleerd en dat die plotseling kan worden verlaagd om gelden vrij te maken voor de schouwburg. Ik heb Wethouder VAN OS Voorzitter, ik wil mij nu al verzetten tegen dat woord. De heer VERPAALEN Ik heb geconstateerd, met tevredenheid, dat er over een aantal reserves niet meer de rekenrente van het vorig jaar, maar alleen de inflatiecorrectie wordt toegepast. Ik neem aan dat de wethouder dat allemaal kan beamen. Hij zal ook moeten beamen dat de rente over de saldi van de rekeningen van de diverse diensten wordt opgevoerd als zijnde lasten, die de burger moet opbrengen. Alleen de wijze waarop de rente moet worden berekend zou, naar mijn mening, een andere moeten zijn, en daarover verschillen wij van mening. De wijze waarop de wethouder, in navolging van de fractievoorzitter van zijn partij, meent op mijn opmerking te moeten reageren, kenmerkt de wijze waarop de coalitie, en met name D66, meent te kunnen optreden, en dat is denigrerend en neerbuigend. De Parel van het Zuiden tracht juist opbouwende kritiek te leveren, maar dat wordt ons klaarblijkelijk niet in dank afgenomen. U heeft in het rapport van Bakkenist kunnen lezen hoe dit college reageert op kritiek. Als de heer Van Os zegt te gillen, dan is dat het gillen van een speenvarken dat bang is te worden geslacht, en dat betekent in politieke zin: dat bang is om niet te worden gekozen. De heer VAN FESSEM Mijnheer Verpaalen, ik hoorde uw medefractievoorzitter zojuist nog zeggen dat het college ook in de open te leggen haven moet worden gedumpt. Vindt u dat opbouwende kritiek? U hoeft geen antwoord te geven, dit was een retorische vraag. De heer VERPAALEN Als de heer Adank zegt dat er een verschil van mening zou zijn tussen mij en mevrouw Croft, dan is dat onjuist. Zowel ik, als mevrouw Croft hebben altijd gezegd dat wij tegen de annexatie zijn. Als wij dan na een commissievergadering gezamenlijk naar Oosterhout gaan, dan voert mevrouw Croft daar niet het woord, neen, wij luisteren naar de voor- en tegenstanders. Want dat is wat De Parel doet, wij proberen te luisteren om op basis daarvan vervolgens ons oordeel te vormen. De heer BOER Voorzitter, dit is toch eigenlijk geen discussie. Het zijn, zoals u het wilt redigeren en dirigeren, monologen. Er zat al geen vuurwerk in, en op deze manier komt dat er helemaal niet in. Dat maakt het ook niet veel spannender, vrees ik. Het doet ons deugd te constateren dat alle partijen, speciaal D66 en het CDA, steeds meer belang hechten aan de mening van de burgers. Ik weet dat het CDA in het verleden daaraan absoluut geen behoefte had. Wat betreft woningen, woningverkoop en segregatie het volgende. Ik denk dat wat de heer De Bruijn heeft gezegd echt lucht is. Het wordt steeds duidelijker, zowel landelijk als plaatselijk, dat D66 absoluut geen belang hecht aan huurders en huurderszaken. Want de segregatie is al volledig aan de gang en met wat u nu doet kunt u die ook niet stoppen. U heeft op een gegeven moment uw beurt voorbij laten gaan, toen u de beste oplossing om voldoende huurwoningen te bouwen heeft laten gaan, door niet ook gelijk de verkoop van woningen tot 238.000,— los te laten of over te geven aan de corporaties, en u alleen nog maar op de grondprijzen te gaan richten, waarvan wij eigenlijkheel weinig verwachten. Uw verhaal om objectsubsidies te laten vallen en over te gaan naar subjectsubsidies is een lange termijnverhaal, terwijl wij ook korte termijnproblemen hebben. Ik ben blij met het verhaal van mijnheer Adank dat hij heel benieuwd is naar het onderzoek van "Marge in Beeld" en het goedkope huis dat zij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 189