27 MAART 1996
192
gemiddelde huurverhoging moet halen. Dat moet je zien tegen de achtergrond van die ijzeren voor
raad. Welke woningen, welk .aantal woningen en waar willen wij die exact voor die doelgroep
beschikbaar houden? Daarover moeten wij onderhandelen met de corporaties. In de richting van
de heer Boer constateer ik dat wij wat dat betreft voldoen aan de uitspraak van de meerderheid
van de raad, om in ieder geval bij de uitwerking van de hoofdlijnen van de meerjarenafspraken
te proberen helderheid te krijgen over de vraag om welke complexen het gaat, wat de toekomst
van die complexen is, want dat moeten wij ook weten, en wat de mogelijkheid van de corporatie
is om het een en ander te doen, want daar ligt het recht en de verantwoordelijkheid.
De heer BOER
Bij interruptie. Met wat de wethouder zegt ben ik het absoluut niet eens. De gemeente heeft een
heel belangrijke steen laten liggen, daar waar het erom gaat de corporaties de mogelijkheid te geven
hun beleid goed uit te voeren. Dat hebben zij ook duidelijk in de commissie en in de raad verteld.
En wij constateren dat u dat gewoon heeft laten liggen.
Wethouder DE BRUUN
Voorzitter, de heer Boer moet nog maar eens het B.B.S.H. doornemen. Met betrekking tot de
HSL het volgende. Mevrouw Heerkens had het over een ontkenning van de lokale democratie.
Zo zou je het kunnen noemen, maar aan de andere kant moetje constateren dat met name in de
hele reactie van het ministerie op dit moment wordt gezegddan volgt u de normale democratische
regels maar en u gaat maar naar de Tweede Kamer op het moment dat daar de besluitvorming
valt. Zo is de interpretatie op dit moment. Zodra wij de brief van de minister binnen hebben, zullen
wij daarop adequaat reageren, uiteraard nadat wij daarover in de commissie Stedelijke Ontwikkeling
hebben gepraat. Dat is dus een interpretatie van hoe je met elkaar omgaat met democratie. De
democratische wegen worden bewandeld, maar niet meer in de voortrajecten.
Wethouder VAN DONGEN
Met betrekking tot het jeugd- en jongerenbeleid het volgende. De Jeugd- en jongerennota is, naar
mijn weten, in twee commissies geweest, en zal na de inspraak terugkomen ter behandeling en
besluitvorming. In de nota zit een aantal beleidsvoornemens dat, samen met de uitvoeringsactivitei
ten, zal worden getoetst aan het beschikbare budget in het kader van het grote stedenbeleid dat
wij op de begroting hebben staan voor het jeugd- en jongerenbeleid. Dan zal worden gekeken of
een en ander met elkaar spoort. Als de doelstellingen en als wat we willen niet met elkaar sporen,
dan komen we bij de begrotingsbehandeling 1997 daarop terug.
De heer SCHRODER
U zegt: relateren aan het beschikbare budget. Maar dat is het huidige budget minus 100.000,--.
Wethouder VAN DONGEN
Dat is de raming van het huidige budget minus 100.000,--. Mevrouw Heerkens kwam met een
voorbeeldproject en zei dat soortgelijke projecten tonnen gaan kosten. Wij zullen in het totale budget
afwegingen moeten maken ten aanzien van wat wij willen doen met de bijstelling van het beleid
in het kader van de huidige mogelijkheden en wensen. De raad formuleert de doelstellingen en
weet wat de beschikbare middelen zijn. Indien er verschillen zijn, dan zullen wij bij de begrotings
behandelingen daarop terugkomen. Dat is een concrete en keiharde doelstelling. Maar wij
formuleren niet voor niets die beleidsdoelstellingen en uitvoeringsactiviteiten. Ten aanzien van
de rechtsongelijkheid in de Algemene Bijstandswet en de opmerkingen die de heer Boer maakte
over de uitvoering van de Bijstandswet het volgende. Door de vorige raad zijn de beleidslijnen
vastgesteld, zoals ook eerder de uitvoeringsregelingen zijn vastgesteld. Die worden concreet