28 MAART 1996
207
maar misschien kan de wethouder hierop een toelichting geven. Wij willen de suggestie doen
om bij de investering van 750.000,-- te bezien of ook de kerken in Breda hierbij kunnen
worden betrokken, met name de Heilig Hartkerk aan de Baronielaan. Over de plannen op zich
zijn wij best tevreden. Wij wachten de beantwoording door de wethouder af.
Mevrouw HEESSELS
Bij de aanvang van de eerste termijn van De Parel viel mijn mond een beetje open. Bij mijn
weten was er niemand van De Parel bij de commissievergadering aanwezig, dus die vragen en
opmerkingen, waarover de heer Leunisse het had, heb ik niet gehoord. Ik moet zeggen dat mij
dat toch wel verbaast. Ik vind het ook niet belangrijk waarom De Parel er niet was. Ik consta
teer dat alleen maar.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Dat is het vertekenen van de feiten, mevrouw Heessels
De VOORZITTER
Neen, neen, neen, geen interrupties in de eerste termijn
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Ja, ja, ja, voorzitter, het is feitenvertekening
De VOORZITTER
U krijgt in tweede instantie de gelegenheid om hierop te reageren.
Mevrouw HEESSELS
Wij zijn van mening dat het college, na een aantal jaren van voornamelijk accommodatiebeleid,
met de nota "Cultuur is meer" een inhoudelijke invulling gaat geven aan het gemeentelijk
cultuurbeleid. Mevrouw Boidin heeft dat ook al gezegd. Het college is niet over één nacht ijs
gegaan met het opstellen van deze nota. Burgerenquêtes, interviews en consultatie-avonden
hebben bijgedragen aan datgene wat vanavond op tafel ligt. In de commissie hebben wij
uitgebreid over deze nota gediscussieerd en ik zal mij dan ook beperken tot het aangeven van de
prioriteiten, die de Partij van de Arbeid stelt ten aanzien van het gemeentelijk cultuurbeleid. De
PvdA kan zich vinden in de eerste prioriteitsstelling, zoals in de nota is verwoord, namelijk het
vergroten van de publieksdeelname. De inzet zal daarbij naar onze mening vooral gericht
moeten zijn op de toegankelijkheid, onder andere door het aanbieden van een zo breed mogelijk
spectrum aan cultuuractiviteiten en anderzijds het tarievenbeleid. Vervolgens legt de Partij van
de Arbeid haar prioriteit bij kunst- en cultuureducatie. Dit aspect zit door de hele nota verwe
ven en in die zin wordt het ook door het college belangrijk geacht. Maar, en dat heb ik in de
commissie ook al gezegd, wij hadden toch graag dit aspect specifiek verwoord gezien in een
apart uitgewerkt hoofdstuk in de nota "Cultuur is meer". Naar onze mening zal het aanbod van
activiteiten in de richting van het onderwijs erop gericht moeten zijn om kunst- en cultuuredu
catie te verweven met de reguliere werkplannen van de scholen, op een zodanige wijze dat dit
door de leerkrachten niet wordt gezien als een extra belasting. Het zal als een soort attitude
moeten worden meegenomen. Naar onze mening dient de gemeente hierin een stimulerende rol
te vervullen, gebruik makend van instellingen zoals Breda die heeft: de Nieuwe Veste, maar
ook de Kunstacademie Sint Joost en de Pedagogische Academie. Want tenslotte ligt daar naar
onze mening de eerste start. Onze derde prioriteit ligt bij de amateurkunst. Naar de mening van
de Partij van de Arbeid is een bruisende, actieve amateursector nodig voor het cultureel imago
van de stad. Misschien wel meer dan het huisgezelschap, dat in de nota is opgenomen. Daarom
hebben wij, samen met het CDA en D66, aangedrongen op een extra subsidiëring van de
amateursector. Niet ten behoeve van een indirecte subsidiëring van het theater, maar juist om
de verenigingen meer ruimte te geven om gebruik te maken van datgene wat Breda extra biedt,
onder andere aan die accommodaties. De wethouder heeft in de commissie al gezegd, en ik
hoop dat hij dit vanavond herhaalt, dat een substantieel deel van die extra middelen ten behoeve
van de amateursector zal zijn. Wij gaan daar vanuit. Tenslotte de financiën. Ik vind het aardig