28 MAART 1996 209
zeker niet uit bij toekomstige ontwikkelingen in de stad. Ik wil niet vooruitlopen op welk
kerkgebouw dat zou moeten zijn. De twee punten die de heer Van Heusden aangeeft zijn
bekend. Hij heeft die ook in de commissie genoemd. Ik voel veel voor zijn gedachte om de
gebruiker in toenemende mate te betrekken bij het beleid. De wijze waarop wij dat zouden
moeten doen is wat lastig. Wij denken zeker niet aan het opnieuw instellen van een culturele
raad. Wèl zal het zo zijn dat bijvoorbeeld in het kader van de beeldende kunst een belangenor
ganisatie, zoals de BOWA, nadrukkelijker bij het beleid zal worden betrokken. Ik weet niet
precies of dat dit de gebruikers zijn, waarop de heer Van Heusden doelt, maar wij zijn aan het
zoeken naar een vorm. Mevrouw Heessels gaf aan dat de heer Kruithof in een lastig parket zat,
gezien zijn opstelling in de commissie. Ik begrijp dat volledig, maar zo te zien zal hij daar zelf
in tweede termijn nader op ingaan. De term "schoorvoetend" heb ik in de commissie iets anders
geïnterpreteerd, maar ik heb daarvoor alle begrip. Door mevrouw Boidin en de heer Maas is
het monumentenbeleid aangegeven. Ook deze bijdragen zijn in de commissie door beide fracties
geleverd. In de nota "Cultuur is meer" hebben wij gekozen voor een extra paragraaf, die
aanvankelijk wat mager was. Met de nieuwe paragraaf, opgesteld door portefeuillehouder De
Bruijn persoonlijk, menen wij voldoende aandacht te geven aan het monumentenbeleid. Wij
blijven in dezen bij de politieke keuze dat monumentenbeleid onder de portefeuille van de heer
De Bruijn valt. PARA kent een traject dat deze raad in de komende maanden vaker zal
bespreken. Ik heb in de commissie gezegd dat bij de totstandkoming van het definitieve
programma van eisen vanzelfsprekend de vragen over de exploitatie aan de orde zullen komen.
Daarover doe ik nu geen uitspraken, omdat ik nog geen definitief programma van eisen ken.
Daarop kan ik dus ook geen definitief exploitatieplaatje leggen. Ónze inschatting is dat wij
tijdens de raadsvergadering van mei of juni nader praten over dat programma van eisen.
Vanzelfsprekend komen wij dan ook te praten over het totale exploitatieplaatje. Ik ben nog niet
in staat geweest om de motie van GroenLinks over het huisgezelschap te lezen. Wel wil ik
hierop al kort reageren, omdat ik de eerste vaststelling niet deel dat het in de nota gefor
muleerde cultuurbeleid voor een groot deel bestaat uit gebouwenbeleid. Ik denk dat het college
juist met deze nota heeft willen aangeven dat het niet puur bij accommodatiebeleid blijft, maar
dat het veel verder gaat. In die zin heb ik geen enkele behoefte aan het steunen van deze motie.
Met betrekking tot Cultureel Gekleurd vind ik het aardig dat er via een briefwisseling met de
festivalorganisatie is gemeld dat ik enthousiast heb gereageerd. Zo ver wil ik zeker nog niet
gaan. In een eerste gesprek met de festivalorganisatie heb ik aangegeven dat ik sympathiek sta
tegenover het bij het Ministerie van O.C.& W. ingediende plan. In die zin heb ik met de festi
valorganisatie afgesproken dat wij gezamenlijk gaan optrekken richting 1997, zonder dat ik mij
op enigerlei wijze bind aan de in het beleidsplan genoemde financiële bijdrage van de gemeente
Breda. Ik denk dat ik de vragen van mevrouw Heessels heb beantwoord door te stellen dat van
het bedrag van 150.000,— inderdaad een substantieel deel naar de amateursector gaat. Dit
betekent zeker niet dat de tarieven van het Chassé Theater nog eens extra worden verhoogd.
Wethouder Van Os zal nog iets zeggen over de post onvoorzien.
Wethouder VAN OS
Ik kan heel kort zijn. Er is een aantal termen gebruikt als schoorvoetend, geen hoofdprijs en
dergelijke. In de commissie Middelen hebben wij uitgebreid van gedachten gewisseld over de
vraag in hoeverre je met onvermijdbaar en onuitstelbaar voldoende armslag hebt om de post
onvoorzien te gebruiken. U weet dat ook de wethouder Financiën daarover een zware discussie
heeft gevoerd binnen het college. U weet ook dat er in het college afspraken zijn gemaakt over
de wijze waarop die post onvoorzien, in dit geval via een bijzondere weg, opnieuw zal worden
gevuld. Dat zijn de elementen die ik hieraan kan toevoegen in deze raad. Ómdat wij uiteindelijk
tot die keuze zijn gekomen, is dit het enige dekkingsmiddel dat op dit moment voorhanden is.
In de richting van de fractie van GroenLinks heb ik er behoefte aan om aan te geven, dat wij in
de beantwoording van hun schriftelijke vragen meer hebben gezegd over huurprijzen en
ondersteuning dan de korte formulering van de heer Maas. Ik denk dat er sprake is van een
misverstand als hij veronderstelt dat het artistiek programma wordt vastgesteld door de Raad
van Commissarissen. Dat is nu net één van de elementen die nadrukkelijk aan de gemeenteraad
zijn voorbehouden.