1 FEBRUARI 1996
20
door het feit dat men het niet eens zou zijn over het toekennen van subsidie voor ontwikke
lingssamenwerking, noch aan het COS, noch aan het SOB, maar die zijn ingegeven door het
kritisch bekijken van de besteding van dat soort gelden.
De VOORZITTER
Maar ik begreep ook van de heer Taks, hem beluisterend, dat er bij hem hoop aan de horizon
gloorde.
De heer PEETERS
Dat is een andere horizon dan die van mij.
De VOORZITTER
Natuurlijk. U weet, de horizon kan telkenmale anders gekleurd zijn, dat hangt van uw
politieke scope af. We zullen de opmerking van de heer Taks in de notulen opnemen en
kijken of die hoop later nog eens waarheid wordt.
De heer HEEREN
Met alle respect voor de mensen van de SOB en het COS staat de CD-fractie afwijzend
tegenover dit raadsvoorstel. Wij zijn van mening dat het college geen subsidies moet verlenen
aan ontwikkelingsprojecten of aan informatie-activiteiten over ontwikkelingssamenwerking.
Het is niet juist dat het college de ontwikkelingshulp tot een gemeentelijk beleid gaat maken.
Dat moet men aan de landelijke politiek overlaten. Men zou deze gelden beter kunnen
aanwenden voor de noodlijdende burgers in Breda, bijvoorbeeld zwervers, daklozen, moeders
in de bijstand.
De VOORZITTER
Begrijp ik u goed dat u vindt dat de landelijke overheid hieraan iets moet doen?
De heer HEEREN
Daar ben ik het niet mee eens.
De VOORZITTER
Dat zei u. U zei: laat dat aan de landelijke overheid over. Ik vind het niet erg dat u dat
terugtrekt.
De heer HEEREN
Ik vind het goed dat u dat opmerkt, want dan kan ik ook iets daarover zeggen. Waar ik zeg:
dat moet men overlaten aan de landelijke politiek, impliceert dat niet dat ik het daarmee eens
ben. Maar de landelijke politiek is hier niet aan de orde.
De VOORZITTER
Dat ben ik met u eens.
De heer VAN FESSEM
Bij interruptie, horen bij uw lijstje van kansarmen, aan wie het beter kan worden besteed, ook
asielzoekers?
De heer HEEREN
Dat is hier ook niet aan de orde.