28 MAART 1996 215 dat goed gezegd zijn. Dan nu de motie. Als ik de wethouder goed heb beluisterd, sprak hij zich reeds hierover uit, terwijl hij de motie nog niet had gelezen. Ik vind dit een vreemde zaak en ik zou graag van de wethouder vernemen hoe hij dat voor elkaar krijgt, want daaraan verbind ik mijn besluitvorming over dit onderwerp. Tenslotte wil ik nog ingaan op de woorden van de VVD. Ook ik stond verbaasd over die kalveren. Ik vond het een leuk verhaal, maar laat ons duidelijk zijn De heer KRUITHOF Ik heb het destijds gehad over een paar boeken; daarvan maakte De Parel zes boeken. Ik heb het gehad over één kalf en nu hoor ik ineens kalveren. Dit zou ik graag even willen corrigeren. Wethouder GIELEN Ik kan vrij kort zijn, maar toch heb ik er behoefte aan om in de richting van de Parel van het Zuiden nogmaals te reageren. Hierbij breng ik de woorden van de heer Leunisse in herinnering, toen het college de koninklijke weg heeft bewandeld door alle fractiespecialisten persoonlijk te benaderen. De heer Leunisse heeft hierop in eerste instantie instemmend gereageerd, waarop wij later een telefoontje kregen dat het belachelijk was. Tien minuten voor aanvang van de commissievergadering erkende de heer Leunisse dat hij niet aanwezig mocht zijn bij de commissie OCE, omdat iemand anders van zijn fractie hem dat niet had toegestaan. Ik vind dat toch een wat andere uitleg. Mevrouw Croft stond daar niet bij, dus ik wil dat toch even zeggen. De heer LEUNISSE Dat is uw interpretatie Wethouder GIELEN Wij hebben niet kort inhoudelijk gesproken, de commissie heeft maandenlang samen opgetrok ken. Daarop heb ik al gewezen. De discussie in de commissievergadering heeft tweeëneenhalf uur geduurd. Tijdens een tweetal consultatie-avonden heb ik nagenoeg alle fracties vertegen woordigd gezien en ik meen mij te herinneren dat er één fractie afwezig was. Het onderzoek naar het huisgezelschap is inderdaad niet meer dan een onderzoek, dat zal duidelijk zijn. Wat wij beogen is in te gaan op diverse signalen die wij krijgen. Wat wij eventueel beogen, en dat zal vanzelfsprekend via deze gemeenteraad lopen, is een nadrukkelijke koppeling met het Kunstenplan. Breda heeft die koppeling nauwelijks. Ik heb daarstraks al aangegeven dat wij hopen dat er in 1997 weer een sterk festival Cultureel Gekleurd zal staan, maar dat is onze enige lijn naar het Kunstenplan. Via een huisgezelschap is de kans aanwezig dat wij die lijn versterken. Dat zou ook de positie van Breda in dezen versterken. Ik zeg u zeker toe dat, als er een onderzoek wordt gedaan, dit via deze raad zal lopen en dat de resultaten vanzelfsprekend aan deze raad worden voorgelegd, voordat daarover een oordeel wordt uitgesproken. De heer Maas vreest dat er geen geld meer is als PARA komt aankloppen. Het geld, dat nu extra beschikbaar is gesteld, is eenmalig geld voor 1996. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat er een beroep op de exploitatiemiddelen voor 1996 zal worden gedaan, dus in die zin antwoord ik u indirect voor wat betreft uw vraag over PARA. Hierover doe ik pas een uitspraak, zodra wij het definitieve programma van eisen in beeld hebben. Voor wat betreft de leenvergoeding heb ik te maken met een uitspraak van de raad. In november vindt de evaluatie plaats. Daarna kunnen wij erover praten. Deze raad heeft daaraan behoefte, want u heeft mij daarom verzocht. Ik zeg u nogmaals toe dat de evaluatie in november aan u zal worden voorgelegd. De heer LEUNISSE Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag aan de wethouder of hij mij kan uitleggen hoe hij een oordeel over een motie kan geven, terwijl hij die nog niet heeft gelezen. Wethouder GIELEN Dat is een kwestie van twee dingen tegelijk kunnen doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 215