28 MAART 1996
224
1992/1993. Ik heb het proces half meegemaakt in de wijk Gerardus Majella. Ik moet zeggen dat
ik vind dat welzijnsinstellingen hier toch een steek hebben laten vallen. In de wijk Gerardus
Majella is het proces begeleid door 3 4 opbouwwerkers, maar hier hebben de bewoners tot
een jaar geleden alles zelf moeten opknappen. Er zijn dus bij dit proces veel fouten gemaakt,
omdat er geen gebruik is gemaakt van de ervaring die aanwezig was in de wijk Gerardus
Majella. Daardoor kregen mensen, die in een wisselwoning trokken, vaak een huis waaraan zij
tot 10.000,— moesten opknappen voordat het voor hun gevoel weer een aannemelijke woning
was. Hoe men het allemaal heeft versierd weet ik niet, maar ik heb woningen gezien die
absoluut onleefbaar waren. Men is er ingetrokken omdat het niet anders kon, waardoor de
emoties vaak zeer hoog opliepen. Als er dan uiteindelijk bij de gemeente een projectovereen
komst ligt om het allemaal te bevestigen, dan kunt u zich vanuit het proces, dat ik zojuist heb
geschetst, ook voorstellen hoe men reageert als men leest dat de vanaf het begin beloofde
terugkeer, te allen tijde en ondanks het inkomen, niet wordt waargemaakt. Er werd verwezen
naar de S.W.B.-eisen, die onder andere inkomensafhankelijk zijn. De bewoners zouden er echt
niet aan zijn begonnen als dit soort zaken van tevoren bekend was. Iedereen zou het recht
hebben om terug te keren, ongeacht het inkomen. Men moet zich daaraan ook houden. Dat staat
niet in deze overeenkomst en wij vinden dat dit er wèl in moet staan. Groenlinks heeft hierover
een motie ingediend en wij hebben een amendement, omdat wij vinden dat in de richting van de
bewoners zo hard mogelijk moet worden duidelijk gemaakt dat het woord van de woningbouw
vereniging gestand wordt gedaan en dat de gemeente ervoor zorgt dat de woningbouwvereni
ging dat woord ook gestand doet. Ten aanzien van het stedebouwkundig plan wil ik ook nog
een enkele opmerking plaatsen. Ik heb hier een plaatje voor mij liggen, waarop wordt aangege
ven waar zich de mogelijkheden tot bouwen bevinden met een aantal opties. Tot mijn grote
verbazing staat hierin een optie op het terrein, dat bij het buurthuis behoort. Tijdens een
gesprek met de directeur van de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda is nadrukke
lijk gezegd dat daar, wat ons betreft, absoluut niet kon worden gebouwd. Het buurthuis is de
eigenaar van die grond. Wij snappen dan ook niet goed waarom dit toch als zodanig is
opgenomen. Het aantal woningen in het hele project wordt nog steeds niet gehaald. Er komen
122 woningen. Er is steeds gezegd dat er 125 zouden komen. Van die 122 woningen zit een
aantal, voorzover ik heb kunnen nagaan, in de dure sector. Voorts betreft het een aantal
koopwoningen op de hoek Amerstraat/Oranjeboomstraat. Ik denk dat dit niet voldoende is.
Hoewel ik niet aanwezig was bij de commissievergadering voer ik hier toch het woord, omdat
ik de ervaring uit het verleden heb. Ik heb begrepen dat tijdens de commissievergadering ook
nog is geschermd met andere stedebouwkundige plannen. Zelf heb ik ook nog andere plannen
gezien, dan de plannen die hierin staan. Vandaar, dat in het amendement wordt gevraagd om de
stedebouwkundige randvoorwaarden terug te nemen en met het juiste plan te komen. Zoals het
hier staat, is het absoluut onaanvaardbaar. Het aantal woningen is altijd gegarandeerd. Er ver
dwijnen 151 woningen en er komen er 125 terug. Van begin af aan is gezegd dat het voor
iedereen die weggaat mogelijk is om terug te keren. Dit geldt ook voor degenen die in eerste
instantie hebben gezegd dat zij niet willen terugkomen. Ik zeg dit met opzet, omdat men in de
stukken van de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda uitgaat van die oude gegevens,
waarbij 60 bewoners hebben gezegd niet terug te willen keren. Maar veel mensen, die zijn
verhuisd, kunnen toch niet wennen aan de nieuwe situatie en besluiten alsnog om terug te
keren. Van de mensen zelf heb ik begrepen dat er tot nu toe 101 willen terugkeren. Ik vind dat
dit mogelijk moet worden gemaakt. Ik denk ook dat meerdere fracties hiervan voorstander zijn.
Vandaar, dat wij in ons amendement vragen om de stedebouwkundige randvoorwaarden toch
nog een keer door te nemen en er dan mee terug te komen. Hetzelfde geldt voor het terugkeer-
verhaal. De hele projectovereenkomst zou op dat punt nog een keer moeten worden aangepast.
Het door de heer Boer ingediende amendement luidt als volgt:
AMENDEMENT (1)