28 MAART 1996 227 werkelijk willen terugkeren, dan behoort dit tot de mogelijkheden. Vandaag heb ik hierover nog uitgebreid overleg gehad met de woningbouwverenigingen. Wat dat betreft denk ik dat er wordt tegemoetgekomen aan de terugkeerwens van de bewoners. Het is een projectovereenkomst, nog niet meer en niet minder. De rollen in deze projectovereenkomst zijn zeer helder gesteld. Daarbij moet ik aantekenen dat artikel 13 conform artikel 3 zal moeten worden aangepast. In dit artikel zijn de verantwoordelijkheden omgedraaid, dus dat moet nog gebeuren. De rol van de gemeente conform artikel 3 zal helder zijn, namelijk de openbare ruimte. Het is in het vervolg traject van belang dat iedereen zijn rol kent en dat ook iedereen zijn rol daarin kan nemen. Dat betekent dat de woningbouwvereniging moet weten waar zij aan toe is. Zij moet weten wat zij zelf kan doen, wat zij kan verwachten van de gemeente en hoe zij denkt om te gaan met de bewoners. Ook voor de gemeente en voor de bewoners dienen de rollen helder te zijn. Vandaar de projectgroep, zoals deze ook in de projectovereenkomst is opgenomen. Mochten hierover conflicten ontstaan, dan is er een conflictenregeling, dus ook dat is afgedekt. Het betekent dat van nu af aan de drie partijen, die zich hebben gebonden om deze afspraken na te komen, heel gestructureerd aan het verdere overleg zullen deelnemen. De gemeente heeft intern nadrukkelijk gekeken of dat haalbaar is en dat blijkt zo te zijn, ijs en weder dienende uiteraard. Mocht er tussentijds wat extra werk moeten gebeuren, dan zal iemand even van een andere taak moeten worden afgehaald om deze afspraken na te komen. Dit betekent dat iedereen, bewoners, woningbouwvereniging en gemeente, exact weet waaraan zij elkaar kunnen houden. Ik denk dat dit zeer essentieel is. Naast de gelden die wij ten behoeve van dit doel beschikbaar stellen, hebben wij in dit stadium nog ruimte voor het vervolgtraject. Ruimte om binnen de stedebouw- kundige randvoorwaarden, zoals het college die heeft voorgelegd en zoals ook de commissie WAM die heeft goedgekeurd, naar mogelijkheden te zoeken van optimalisering ten behoeve van het woon- en leefklimaat. Die randvoorwaarden zijn, wat ons betreft, in ieder geval helder. Helaas is de heer Boer niet aanwezig geweest bij de discussie, maar in de commissie hebben wij uitgebreid gesproken over de verdere verdichting. Dit leidt alleen maar tot een aantasting van de woon- en leefomgeving, daar waar wij nu juist iets willen opkrikken. Wat betreft de opties, die de heer Boer in het plaatje ziet, weten wij dat de woningbouwvereniging niet alleen in deze omgeving, maar op vele plaatsen opties heeft. Wij nemen hiervan kennis. Maar de optie rond het buurthuis is een heel ander geval. Wij praten hierover met de welzijnsinstellingen. Het is niet zo dat wij ja zeggen tegen opties, die de corporatie buiten dit bouwplangebied legt. De corporatie heeft deze optie neergelegd, het zij zo. Er zijn andere trajecten die daarvoor moeten worden gegaan, èn met de bewoners in die omgeving èn met de welzijnsinstellingen. Het ge bruik van dit veldje is belangrijk in het kader van de totale buurt. Kortom, die optie wordt voor kennisgeving aangenomen. Half Breda ligt vol met opties, maar die hebben weinig waarde. Wij praten hier uitsluitend over dat gedeelte waarop een stedebouwkundig plan zit. Het kan natuurlijk een voorzetje van de woningbouwvereniging zijn in het kader van strategisch bouwen, maar dat verbinden wij niet aan dit verhaal. Anders zou het een koppelverkoop zijn met mogelijk negatieve aspecten voor de woonomgeving. Met de wensen van de heer Van de Steenoven, die hij ook al in de commissievergadering heeft aangegeven, kan binnen de randvoorwaarden worden geschoven. Mijn antwoord in de richting van de heer Boer met betrekking tot strategisch bouwen heeft u zojuist al gehoord. Je zou ook aan andere locaties kunnen denken. Ik noem bijvoorbeeld het bedrijventerrein Noord. Dat klinkt wat gek, want het ligt nu niet direct in Breda-Noord, maar hiermee wordt bedoeld het bedrijventerrein in de buurt van de Scheldestraat. Daar zouden mogelijkheden kunnen komen om strategisch nieuwbouw te plegen. Denkt u bijvoorbeeld ook eens aan de vrijkomende locatie van het zwembad. Op dit moment is het daar een beetje een gribus van bedrijven. Je zou dit goed moeten oppakken, wil je deze wijk ook goed kunnen afronden. Wij zijn met de sector EZ nadrukkelijk bezig om te bekijken wat wij in die hoek kunnen doen. Voor wat betreft het buurtbeheer heeft u terecht gelijk. Op het moment dat wij verder praten over de inrichting van de woonomgeving, zullen wij daarbij meteen aangeven hoe wij het beheer in de toekomst gaan vormgeven. Op dit moment kan ik alleen maar kennis nemen van de opmerking over continuering van het opbouwwerk. Dit zal aan de orde moeten komen bij de begroting van SAW. Het zal helder zijn dat in ieder geval de technische bewonersondersteuning wordt gegarandeerd gedurende de tijd van dit project. Wij hebben afgesproken dat er een projectmatige ondersteuning van het geheel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 227