1 FEBRUARI 1996 23 huren en lagere grondprijzen voor de sociale huur- en koopwoningen worden afgewenteld op de middeldure en dure sector, waardoor in die categorieën de dreiging ontstaat dat geen waar naar geld zal kunnen worden geboden. Maar als dat fenomeen buiten proporties zal groeien, en daarop dreigt het soms een beetje te lijken, dan is dat naar de mening van de VVD-ffactie een niet toe te juichen richting die wordt ingeslagen. De VVD-ffactie, daar kunt u op rekenen, zal die ontwikkeling nauwgezet volgen. Een ontwikkeling die door de corporaties, naar onze mening door hun opstelling af en toe, wel eens wat zou kunnen worden gevoed. De meerjarenafspraken die deze ontwikkeling te veel in zich hebben, zullen wij dan ook kritisch bekijken. De heer CRUL We hebben er in de commissie reeds uitvoerig over gepraat. Met de wethouder heb ik een korte discussie gehad over het besluit en dat ligt bij onze fractie nogal zwaar. In het besluit staat dat het woningmarktonderzoek de basis is voor het toekomstige volkshuisvestingsbeleid. Wij hebben daartegen bezwaren. Natuurlijk staat er waardevolle informatie in, maar het is toch informatie die is gebaseerd op de wensen van de geënquêteerden en degenen die aan het onderzoek hebben meegedaan. De wensen en omstandigheden zullen vaak bepalen of die wens vervuld gaat worden, of helemaal niet meer aan de orde komt. Daarnaast hebben bijna alle fracties gezegd dat het een toetsingskader zou moeten zijn voor de toekomst. Ook de wet houder heeft dat gezegd. Wij vinden dat dat een goed woord zou zijn. En als dat inderdaad in het besluit zou kunnen worden gewijzigd, dan hebben wij met dit besluit geen probleem, maar als het de basis is voor het volkshuisvestingsbeleid voor de toekomst dan kunnen wij daarin niet meegaan, vooral niet omdat er een aantal zaken instaat waarmee wij het nog absoluut oneens zijn. En dat betreft dan de doorstroming, anderen hebben daarover ook iets verteld, en er staat ook iets in over de verkoop van sociale woningbouw. In haar totaliteit is het een waardevolle nota met informatie die we in de toekomst nodig hebben, maar als basis zou ze toch niet moeten worden gebruikt. Wij zouden graag zien dat dat in het besluit wordt veranderd en als dat in eerste instantie niet door het college wordt toegezegd, dan zullen wij daarover een amendement indienen. Mevrouw HEESSELS De PvdA-fractie kan akkoord gaan met het voorstel, met daarbij de volgende kanttekeningen. Naar onze mening dient het woningmarktonderzoek niet meer en niet minder te zijn dan een van de toetsingscriteria bij het ontwikkelen van het volkshuisvestingsbeleid naar de toekomst toe. Ons inziens zijn de uitgangspunten voor dat beleid die punten die in het raadsvoorstel zijn genoemd. Ik ben daar vanuit gegaan, want de wethouder heeft ook min of meer in de commissie gezegd dat ik het op die manier zou moeten bekijken. Wij leggen met name daarop wat nadruk, omdat we in de vertalingen van het woningmarktonderzoek zelf een enorme rol zien weggelegd voor het doorstromingsbeleid. De Partij van de Arbeid ziet op zich wel het belang in van doorstroming, maar niet als enige oplossing. Bovendien moet je je daarbij soms afvragen of je in sommige buurten die doorstroming juist zou moeten bevorderen, of dat je niet meer gediend zou zijn met het handhaven van de situatie. Naar ons idee dient het stimuleren van die doorstroming dan ook gepaard te gaan met duidelijke wijkprofielen en de mogelijkheden in zo'n wijk voor strategische nieuwbouw. Want wij zijn het met de reactie van het SWOB en Marge in Beeld eens dat inkomenswijken voorkomen dienen te worden. Naar onze mening dient de gemeente dan ook een initiërende en stimulerende rol te spelen in het opstellen van die wijkprofielen. Verder sluit ik me aan bij de vragen die de heer Sinke reeds daarover heeft gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 23